Toezichthouders

Toezichthouders

Vanmiddag was ik flyers in de brievenbussen van de Olivierplaats aan het stoppen, voor een bewonersbijeenkomst van maandag a.s. toen ik gezelschap kreeg van twee boy’s die de Stad Amersfoort in de bus kwamen doen. Ze hadden daarvoor een winkelwagentje geritseld. Een zat in de kar met zijn luie reet een enorme stapel kranten warm te houden en reikte met een nonchalant gebaar steeds een exemplaar aan voor een klein gozertje, dat -duidelijk lager in hiërarchie stond en-  net groot  genoeg was om bij de bovenste brievenbus te komen. So far so good.

Tot er twee BOA’s dan wel Toezichthouders kwamen aanfietsen op hun glimmende mountainbikes. Ik ben dan altijd benieuwd hoe deze soms  weinig gewaardeerde professionals de zaak zouden aanpakken.

De vrouwelijke Toezichthouder sprak de jongens vriendelijk aan: “Dat gaat lekker zo, met zo’n karretje. Maar weten jullie dat een winkelwagen niet verder dan 100 van de winkel mag worden gebracht?” Ik had bijna met de boy’s in koor geroepen: “Nee, Mevrouw dat wisten we niet”.             Als de politie ergens moe van wordt , dan is het niet eens van moord, doodslag of partners die elkaar naar het leven staan, maar eerder van de eeuwige ontkenning bij iedere overtreding: “Goh, reed ik echt 160 kilometer, geloof niet eens dat mijn wagen dat kan halen”.

Dit keer vormde de ontkenning echter de redding: “Goed” zei de dame, “want als jullie het wel geweten hadden, dan had ik eigenlijk een bon moeten uitschrijven. En om die te betalen, moet je heel wat middagen de krant bezorgen”. De twee knikten nu schuldbewust en maakten zowaar aanstalten om de kar terug te gaan brengen. “Wacht even” zei ze “ ik heb een voorstel. Jullie bezorgen de kranten die nog in het wagentje liggen, brengen het daarna terug en doen de rest met jullie fiets. En misschien moet jij – ze keek de oudere jongen in de kar nu indringend aan- jouw vriendje niet al het zware werk laten doen. Kunnen we dat afspreken”.  De boy’s knikten nu verheugd en nadat de luie reet uit de kar was geklommen begonnen zo overdreven ijverig kranten in bussen te proppen.

Nu was het mijn beurt om een flyer aan de dame te overhandigen, die ze geïnteresseerd las. “Geweldig”, zei ze, “dat bewoners dingen gaan organiseren in mijn wijk”. “Woont dan u in deze wijk ?”, vroeg ik . Nee, ze woonde buiten Schothorst maar dit was wel de wijk waar ze toezicht hield. Toen pakte ze haar smartphone. Nu ben ik inmiddels gewend geraakt aan mensen, die bij voorkeur met mij communiceren en ondertussen op hun mobiel kijken. Vroeger heette dat ‘onbeschoft’, tegenwoordig is het ‘multitasken’. De dame bleek echter haar dienstrooster geraadpleegd te hebben. Die avond bleek ze geen dienst te hebben…”dus ga ik het thuis regelen dat ik bij jullie bijeenkomst aanwezig kan zijn”. Uit haar broekzak diepte ze een naamkaartje op. Ik had gesproken met Gerda K., van beroep Handhaver, bij het Team Handhaving van de gemeente. Hartelijk namen we afscheid, en wenste ik mij meer Gerda’s in de wijken van Amersfoort.

Reacties

Reacties