Vluchtelingen: “Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook de ander niet”.

Wat hoort niet in het rijtje thuis: Oranjedorp, Enschede, Geldermalsen, Steenbergen, Nijmegen?Voor de burger die nog moeite doet om het nieuws te volgen zal dit raadseltje snel zijn opgelost.
Alleen Nijmegen onderscheidt zich als gemeente, waar de komst van een groot vluchtelingencentrum niet heeft geleid tot huiveringwekkende beelden van een schuimbekkende menigte die heeft ontdekt dat je met het maken van voldoende reuring in staat bent de komst van asielzoekers tegen te houden.
Nu zijn de spoedprocedures die gemeenten moeten volgen van het COA om snel nieuwe locaties aan te wijzen, ook niet van dien aard dat omwonenden zich echt gehoord voelen in hun onrust en angst tegen de komst van grote groepen nieuwkomers. De druk om voldoende capaciteit te ontwikkelen om een oncontroleerbare instroom van ontheemden het hoofd te kunnen bieden is blijkbaar dermate hoog, dat er weinig ruimte blijft om in dialoog met betrokkenen burgers acceptatie te scheppen voor de komst van ontheemden in de eigen buurt of wijk.
Overlevingsbewustzijn
De argumentatie van veel omwonenden die zich tegen de komst van vluchtelingen verzetten is van dien aard dat het er op lijkt dat bij hen een primair overlevingsbewustzijn wordt getriggerd, welke je ook ziet bij grote rampen: “vrouwen en kinderen eerst”. Dat zij dat kenmerk gemeen hebben met de nieuwkomers die zij niet in hun buurt wensen, wordt helaas niet gezien.
Het ontwikkelen van compassie met de medemens in nood wordt dan een ver van mijn bed show. Terwijl die kwaliteit juist nodig is om het hoofd te bieden aan alle kriebels in de onderbuik die vanzelf ontstaan als er een grote verandering aanstaande is rond het woon- leefklimaat.
Huishoudboekje
Voeg daar de rol van de overheid en slimme ondernemers bij, die handig gebruik weten te maken van de situatie door de rode cijfers uit hun huishoudboekje te poetsen, met de inzet van incourante projecten en verliesgevende grondaankopen en de volkswoede wordt nog verder aangejaagd. Dan hebben we het nog niet over de media die omwille van de kijkcijfers van de ene calamiteit naar de andere rennen en het vuurtje aardig weten op te stoken.
Doorgedraaide schreeuwlelijk
De optelsom van dit pandemonium leidt tot de vraag hoe ik mij zelf dien te verhouden tot mijn medemens. Of dit nu de doorgedraaide schreeuwlelijk is voor een stadhuis, of een getraumatiseerde vluchteling, die het paradijs verwacht en in een slaapzaal in een tent ver van de bewoonde wereld de winter moet zien door te komen. En daar vooral niet over klagen mag, omdat wij alleen maar ongeveinsde dankbaarheid wensen te zien.
Daarbij meewegend dat ik in de luxe maatschappelijke positie verkeer om aan de zijlijn van de samenleving het hele circus van afstand te mogen volgen en in mijn oordeel gemakkelijk kan terugvallen op mijn vermeende links-ideologische gedachtegoed.
Verliezers
Om te constateren dat ik alleen maar verliezers zie in een onnavolgbaar geopolitiek spel, waarin de grootmachten nietsontziend het eigenbelang laten prevaleren boven het werken aan een gezamenlijke humanitaire oplossing. En dat er op dat niveau geen sprake meer kan zijn van de ‘good or bad guys’.
Stedelijke politiek
Op het niveau van onze stedelijke politiek, die blijkbaar zoveel moeite heeft om geschikte locaties te vinden voor de opvang van vluchtelingen, bekruipt mij als blogger -die een moreel oordeel velde over de afwijzing van het Elisabeth Groen terrein- de twijfel of ik in de maalstroom van alle meningen niet te snel geoordeeld heb. En daarbij olie op het vuur heb gegooid.
Niet eerder eindigde ik een blog met de bekentenis het niet te weten. In de wetenschap dat een mening alleen nog geldig is op basis van brede informatie en het kunnen voeren van een open dialoog. En dat binnen de context van : “Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook de ander niet”.