Dagboek van een buurtgek (10) : ‘Go with the flow’

De werkvoorbereider op mijn werk, John, heeft het er altijd over :”Go with the flow”. Nooit echt begrepen wat een ‘flow’ was. Moest meestal denken aan vlo, waarvan je geen olifant moet maken.
Maar nu ik sinds kort date met M. mijn ‘bloemenmeisje’ , weet ik alles van stroomversnellingen en stilstaand water. Hollen en stilstaan om uit te hijgen, wat een avontuur! Daarbij moet ik ook bekennen dat ik niets, maar dan ook helemaal niets van M. begrijp. Soms denk ik dat de stand van de planeten voor haar meer bepaalt welke kant ze uit gaat, dan gewoon het besluit vandaag patat te eten en een pilsje te pakken in ons buurthuis.
Doe maar gewoon
“Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg”, heb ik inmiddels als lijfspreuk overboord gezet. Nee, het is zwemmen in een snelstromende rivier, waarvan ik me afvraag of die ooit de zee zal bereiken. Want waar dit eindigt? Het lijkt meer op een quiz die gaat over ‘Zie de verschillen’. Met de ‘Pipo’s’ die in onze buurt zijn komen, hebben we een wereld binnengehaald die we niet kennen. Waar we altijd wat om gelachen hebben, soms met een jaloerse gevoel, omdat we weten dat wij maar eenvoudige boerenlullen zijn. Voor M. is dat geen punt, zegt ze. Ze vindt mij ‘authentiek’, een woord dat ik echt heb moeten opzoeken en dat ik dit keer geen Scrabble punten ga geven. Maar pakken doe ik het niet helemaal, omdat als ik het zou vertellen in ons buurthuis het hoongelach alle glazen zal doen trillen.
Een vrouw en een man
Een vrouw valt daar op een man, omdat hij een man is, een lekker ding met spierballen die ook waarmaakt wat hij belooft. En zo probeer ik ook over te komen als ik een prachtig exemplaar zie dat zo uit het paradijs lijkt te zijn ontsnapt. Bij M. heeft dat geen zin, die houdt van ‘zachte mannen die ook stevig zijn’. Ga er maar aanstaan. Nee, mijn wereld staat op z’n kop. Het is een stroomversnelling. Alleen ga ik voorlopig die rivier niet uit, want zo’n avontuur heb ik nog nooit meegemaakt. Tarzan ontmoet Jane en in het buurthuis kijken de apen verbaasd toe. Niet dat ik dat letterlijk bedoel, hoor.
Buurtwerker
Ik ben bij Evert, onze oude buurtwerker, op bezoek gegaan, om te horen wat hij ervan vindt. Evert kent ons door en door en is ook aardig op de hoogte van het leven bij de Pipo’s. Hij moest eerst erg lachen om mijn verhaal en zei toen dat het helemaal bij mijn past. Ik ben bijna de deur weer uitgerend. Maar toen hij ging uitleggen wat hij bedoelde kwam de rivier even tot rust. Hij begon te praten over Pa, die hij nog enkele jaren heeft meegemaakt. En zei dat Pa, nooit helemaal ‘samenviel met de buurt’, dat Pa er met een been binnen en een been buiten de buurt stond. Dat voor Pa de wereld groter was dan de veiligheid van de ‘ons kent ons’ cultuur die we hebben in de buurt. Dure woorden, waarvan ik wel begrijp wat hij er mee bedoelde.
De erfenis
En zei Evert, die kwaliteit heb jij geërfd, en ook al zet het de wereld even op z’n kop, dat ik nieuwsgierig en sterk genoeg ben, om de erfenis van Pa te kunnen beheren. En dat M., het bloemenmeisje, in ‘dat plaatje past’ en dat ze mij kan laten zien dat er vele werelden zijn die moeite waard zijn om te onderzoeken. Maar dat ik vooral nooit moet vergeten dat ik met één been stevig in mijn buurt moet blijven staan, net als Pa dat deed. Dat ik die wortels nooit helemaal los moet laten.
Ik weet niet wat er daarna precies is gebeurd, maar de woorden van Evert zwemmen met mij mee, als ik even niet meer weet of ik mijn hoofd boven water kan houden.
Waar zo’n ouwe buurtwerkpik al niet goed voor is!