Amsterdam-Keulen: Over rotjongens en de waarden van de samenleving.

Het is al weer meer dan 10 jaar geleden. Het onderzoeksbureau waar ik werkte bracht een schokkend rapport uit over de terreur die een groep jongeren in Amsterdam West uitoefende in een zorgcentrum voor kwetsbare ouderen.
Die terreur bestond uit doodsbedreigingen aan het adres van personeelsleden, georganiseerde inbraken, diefstal, brandstichting en vernieling. Het nachtpersoneel weigerde er nog langer te werken en bewoners gingen verhuizen.
De dadergroep van zo’n 80 jongeren, had een overwegend Marokkaanse achtergrond. En daar lag nu precies de verlegenheid bij de autoriteiten, die er maar niet in slaagden om een tot een stevige aanpak van het probleem te komen. Ook herinner ik mij uit die tijd de mails die ik onder ogen kreeg van wanhopige buurtregisseurs (wijkagenten), die zich beklaagden over hun korpsleiding die nauwelijks reageerde op waarschuwingen dat een grote groep criminele Marokkanen vrij spel had, in en buiten hun wijk, en in rap tempo ‘professionaliseerden in de misdaad’.
Het was nog de tijd dat de toenmalige burgemeester ‘thee dronk met allochtonen’ en het ‘not done’ was om etnische achtergronden van dadergroepen te benoemen. Dat alles in een poging om de samenhang, in een stad met ontelbaar veel culturele achtergronden, te waarborgen.
Keulen
Daaraan moest ik denken bij het lezen over de massa-aanranding in Keulen die – ver over de grens van botsende culturen- uitgerekend bij de feestelijke overgang van het oude naar het nieuwe jaar plaats vond, gevolgd door het ongemak bij de autoriteiten om duidelijkheid te verschaffen over achtergronden van de daders. Waarmee het centrale thema in Duitsland voor 2016 wel meteen is gezet.
En voel daarbij het maatschappelijk dilemma tussen het ruimte willen bieden aan nieuwkomers en de wetenschap dat grote culturele verschillen soms onverenigbaar zijn, snel leiden tot spanningen tussen bevolkingsgroepen en abjecte politici in de kaart spelen.
Twijfel
Dat leidt bij mij niet tot twijfel of we er wel goed aandoen een grote groep vluchtelingen asiel te verlenen. Dat is immers niet eens een keuze, maar een humanitaire noodzaak én een feitelijk gegeven zolang de Europese ‘gemeenschap ’ vluchtelingen een vrij doortocht verschaft en sommige Europese landen hun deur bij voorbaat al keihard hebben dichtgegooid.
Bovendien is het zaak om het bij ‘begrip’ vluchteling duidelijk te definiëren waar we het precies over hebben. Zijn het ‘gelukzoekende’ Zuid Europese of Noord en Midden Afrikaanse migranten, die gedreven door armoede en uitzichtloosheid naar het noorden komen gedreven, of betreft het mensen uit oorlogsgebieden die acuut moesten vrezen voor hun leven?
Zijn het mensen die de moed hadden zich te verzetten tegen een nietsontziende staatsdictatuur of zijn het mensen die droomden om iets meer te zijn dan toeschouwer van de materiële verworvenheden van onze geïndustrialiseerde samenleving.
Het maken van een denkbeeldig onderscheid tussen deze groepen aan een fictieve grens, bezorgt mij nu al kippenvel: “Jij mag wel naar binnen, jij gaat weer terug”
Cultuurgoed
Blijft dat we niet kunnen sjoemelen met waarden waar eeuwenlang voor gestreden is en die behoren tot het immateriële cultuurgoed dat mede onze identiteit bepaalt. Daar is geen ruimte voor verzachtende omstandigheden of cultuurrelativisme, maar dienen harde sancties te gelden, daar waar grondrechten, waarden en normen met handen en voeten worden getreden.
Dat is de enige taal die rotjongens, of ze nu in Amsterdam of Keulen wonen, begrijpen. Amsterdam heeft dat inmiddels begrepen.
Het wordt nu tijd dat we het in Keulen horen donderen!