Dagboek van een buurtgek (12) : Avontuur in Frankrijk

Na mijn laatste buurtavontuur met het ‘bloemenmeisje’, had ik het even helemaal gehad. Nooit geweten dat liefde er zo diep in kan hakken. Zelfs op mijn werk deed ik de meest stomme dingen en had bijna een kapitaal villapand tot op de bodem in de as gelegd.
“Uit as zijn wij ontstaan tot as zullen wij vergaan”, zei Pa altijd als hij somber was. Ik begrijp nu wat hij daarmee bedoelde. Maar ook zei hij ”Als de nood het hoogst is, is de redding daarbij”. Nu kende ik als kind zelf geen hoge nood, alleen als ik nodig plassen moest. En dat was er altijd wel een boom, of de schutting van de buren om redding te brengen.
Maar dit keer kwam mijn redding door Annie, mijn ex. Die belde me op om te horen hoe het mij verging. Zo lief. Zij vond dat ik alles even achter mij moest laten en dringend aan vakantie toe was. En, ze wilde mij daarbij helpen door mee te gaan.
Kamperen met z’n tweetjes
Gewoon gezellig kamperen met z’n tweetjes. Maar stond erop in een eigen tent te slapen. Zo kwam we in de buurt van Saint Malo aan de Franse kust terecht op een camping waar bijna alleen maar Fransen staan. En die tent van Annie is natuurlijk de auto helemaal niet uit geweest. Het nadeel van Frankrijk is dat ze alleen maar Frans spreken. Denken die gasten dat ze het enige land in Europa zijn? Nu is mijn Engels ook niet best, maar ik kan me redden. In Frankrijk ben ik aangewezen op handen en voeten en heb toen dat ook niet werkte omdat die Franse mafketels vermoedelijk dachten dat ik spastisch was, ervoor gekozen om gewoon Nederlands tegen ze te lullen. Dus bij de bakker, waar ze fantastisch grote stokbroden verkopen, wijs ik op het rek en zeg “Twee stokbroden!”. Zegt de bakkersvrouw zoiets als “Non bakettes, mesjeu”, zegt ik weer “Non, stokbroden, twee stuks”. En de hele zaak lachen
Franse humor!
Het moet gezegd, ze hebben wel gevoel voor humor.
Nu is Annie heel luidruchtig. Niet overdag, maar wel in de tent als we elkaar ‘bekennen’. Dat is een heel mooi woord dat Pa altijd gebruikte om de liefde tussen man en vrouw te benoemen. Nu als er iets te bekennen valt tussen Annie en mij, dat mag de hele wereld dat van Annie weten. Thuis is dat geen probleem. Maar een camping is toch echt een ander verhaal.
Helaas hadden in het vuur van onze bekenning compleet vergeten waar we waren.
Het was al bedtijd en alle Fransen sliepen, toen de sirene bij Annie afging. Met een schreeuw op het hoogtepunt die over de hele camping en ver daarbuiten te horen moet zijn geweest. Toen pas beseften we waar we lagen. En geloof het of niet een paar seconden was het doodstil en toen volgde er een enorm applaus en gejuich op die camping. Annie was het liefst de grond in gekropen, maar het grondzeil hield haar tegen. De volgende morgen sloop ik zo laat mogelijk die tent uit, in de hoop dat niemand me zou zien. Maar dat was helemaal niet nodig. In tegendeel, al die Franse mannen zeiden mij hartelijk goede dag onderweg naar de douche, en sommigen zelfs met een dikke knipoog.
Andere camping
We zijn toch maar verkast, naar een andere camping ver buiten de kust, waar geen mens te ‘bekennen’ is. In het stadje bij die camping zijn we toen door het oude centrum gaan lopen. Man, man, wat een triestigheid aan gesloten winkels, verfloze en vervallen huizen, eindeloze bordjes met te koop of te huur ( we hebben een woordenboekje aangeschaft) en strompelende ouderen op straat. Van rollators hebben ze hier blijkbaar nog nooit gehoord.
Dan ga toch anders naar je eigen buurtje kijken. We lopen vaak wel te miepen op alles wat mis is bij ons, maar we zouden de grootste zuurpruimen eens een paar weken naar zo’n Franse buurt moeten sturen. Dan kunnen ze ontdekken die van ons zo slecht nog niet is.
Bonsjoer!