Als ziende de Onzienlijke: een ko(s)mische reis door betekenisgeving (5) Sektarisch intermezzo

Als ziende de Onzienlijke: een ko(s)mische reis door betekenisgeving (5) Sektarisch intermezzo

‘Als ziende de Onzienlijke’ ( 1964-1968) is de titel van de studie van priester en cultuurpsycholoog Han Fortmann, over de religieuze waarneming en de religieuze projectie. Een titel die ik graag leen om mijn zoektocht naar essentie te beschrijven. Dit doe ik in de vorm van een feuilleton.

 Sektarisch intermezzo

Geen bekering zonder een prijs die daar voor betaald wordt. Mijn inlijving bij het keurkorps van de Here Here ( ja, zo werd ie echt genoemd) vond plaats bij een Amerikaanse evangelisatieclub die bekend staat onder de naam ‘de Navigators’ (www.navigators.nl: u bent gewaarschuwd! )  Zij richten zich bij voorkeur op studenten en verpleegkundigen, omdat deze later betekenisvolle beroepen krijgen en daardoor veel nieuwe zieltjes kunnen winnen. Vriend Huib, die mij op de knieën had gekregen (zie aflevering 4) was ook zo’n Navigator. In no time was ik alcoholisch drooggelegd, al werd roken oogluikend toegestaan, las de bijbel, bezocht bijbelstudies en ging deur aan deur langs bij studentenflats om de blijde boodschap te verkondigen. Ook probeerde ik- met weinig succes overigens-  met beide handen boven de dekens te slapen omdat je als nieuwbakken christen wel van je pik af diende te blijven. En dat godbetere het een tijdperk waarin de ‘seksuele bevrijding’  als een tornado door het land raasde.

Hem komt alle eer toe

Maar het moet gezegd, ik ging zowaar wat meer studeren, gaf voor elk tentamen het resultaat geheel in handen van de Heer, ging super relaxt naar de toets en scoorde zowaar zesjes en zeventjes. In die periode zwaaide ik van politicologie over naar sociologie, omdat ik later meer ‘iets met mensen wilde doen’ dan vage bestuurlijke zaken te moeten regelen.

Ja, ik geef het toe: mijn propedeuse had ik geheel aan de Here, Here, te danken. Hem komt alle eer toe. In deze periode werd ik mij er ook van bewust over zekere kwaliteiten te beschikken. Zo kon ik aan deur de blijde boodschap overtuigend en succesvol overbrengen. Vaak stuitte ik wel op voorheen gereformeerde gasten die net helemaal klaar waren het  geloof en met een meewarige blik in hun ogen de deur voor mijn neus dicht knalden.

Maar er bleven genoeg ‘losers’ over. Dat klinkt onbarmhartig , maar in feite was de evangelisatieboodschap geheel op hen gericht. Die kwam in het kort op het volgende neer: 1)worstel je naar binnen; 2) neem de kamer in ogenschouw; 3) zie je alleen een tafeltje met een rotanstoel; een bed zonder sprei; een muur met een miniposter van van Gogh; 4) een boekenkast met alleen studieboeken…dan is het Bingo!  5) Zet dan in op eenzaamheid.

Die strategie had een officiële naam: “open nerve tactiek’ Je zet de boodschap, getuigenis genoemd,  in op de meest kwetsbare plek..effe hard drukken en klaar is Kees. ”Vroeger was ik heel eenzaam, ik zoop en haalde louter onvoldoendes voor tentamens, niemand gaf om mij, maar zie…nu ik in de Heer ben…”

Onder studenten is eenzaamheid vaak de enige huisvriend en voor ik het goed en wel besefte had ik de eerste kring van ‘bekeerlingen’ om me heen. Dat was hard werken, aangezien ik geacht werd regelmatig  bij hen langs te gaan om te bidden en bijbelstudie te doen. Omdat ‘mijn boom rijkelijk vruchten droeg”, werd ik vervolgens ook wekelijks naar Den Helder gestuurd om in een PMT (Protestants Militair Tehuis) te evangeliseren onder marineboy’s. En kreeg ik daar zowaar ook enkele stoere, maar eenzame gastjes op de knieën.

Overgave

Maar mij  helemaal overgegeven aan die evangelisatie cowboys heb ik nooit gedaan.  Intuïtief wist ik dat ik tenminste één vrijplaats nodig had om nog iets van de sfeer van drugs, seks en rock and roll  te blijven proeven. Die vond ik bij J.W, een studievriend die zich  geheel had ondergedompeld in de popscene en de ene LP na de andere scoorde. Hij had de RK opvoeding uit het zuiden van het land achter zich gelaten en zat niet te wachten op een nieuwe baas boven zich. Met hem sloot de deal het niet over de Here te hebben, in ruil voor een kennismaking met nieuwe muziek, veel drank en de meest gestoorde fratsen tot in het midden van de nacht.  J.W noemde mij liefkozend  ‘de heilige hypocriet’ een benaming waar ik op was gesteld.

Het voordeel van deze toch wel zwarte bladzijde uit mijn leven is dat ik de sektecultuur goed van binnenuit heb leren kennen, inclusief de manipulatie en indoctrinatie van de volgelingen en de angst voor het ‘volle leven’. Na ruim een jaar kwam het tot een onverwachte breuk met de Navigators, tot grote opluchting van mijn ouders en broers die ik verbeten op de hielen zat, om ook voor hen een plaatsje in de hemel veilig te stellen. Want ja, wie niet gelooft, gaat wel voor eeuwig naar de  kloten!

En dat leek me wel wat zonde van al die Vosskühlers.

(Foto: Met zonnebril, als aanstormend evangelist bij de Navigators.  Afsluitdijk 1968)

Reacties

Reacties