‘Zo boven, zo beneden’: de valkuilen van de burgerparticipatie

‘Zo boven, zo beneden’: de valkuilen van de burgerparticipatie

Het zit me nog dwars. Het prestigeproject van de burgerparticipatie in Amersfoort dat niet in staat bleek om binnen haar groenproject een plek in te ruimen voor vluchtelingen die daar voor enige jaren – op een deel van de locatie-  gehuisvest zouden worden.

 En zich vervolgens in hardnekkig zwijgen hulde, na een formeel statement dat het de gemeente was, die hun locatie van de lijst had afgevoerd. Zonder daarbij te vermelden dat zij eerst met een nadrukkelijk ‘nee’ waren gekomen. Hoe geloofwaardig ben je dan in het ambitieuze streven naar bestuurlijke vernieuwing. Het vormt een trieste indicatie voor het gegeven dat de burger zo kan opgaan in het eigen initiatief dat een breder maatschappelijk belang geheel uit het oog wordt verloren en men zich meent te kunnen legitimeren met een halve waarheid. Wilden we van dit soort bestuurlijke mentaliteit juist niet af?  Het roept vragen op hoe verstandig het is als overheid om de burger volop ruimte te geven in het proces van cocreatie rond nieuwe projecten. ‘Zo boven, zo beneden’. En bevestigt de sceptici binnen politiek en bestuur, die wijzen op de gevaren van wildgroei en de weinig democratische processen rond burgerinitiatieven.

Zout in de wonde

Nu is het niet mijn intentie om opnieuw zout in deze stadswonde te wrijven, wel wil ik deze casus  betrekken op wat ik ook elders zie gebeuren. Noem het maar: de valkuilen van de burgerparticipatie. Zoals het ‘boven’ in bestuurlijk Nederland wordt gevormd door een kleine elite die de dienst uitmaakt en geheel is losgeweekt van de achterban, zo wordt beneden in menig burgerinitiatief ook hard gewerkt om daar een volmaakte kopie van te maken.

Buurtburgemeesters

Zo heb ik  in de buurten en wijken de nodige  ‘buurtburgemeesters’ meegemaakt. Actieve burgers die niet zelden een gedroomde maatschappelijke carrière zijn misgelopen en dit volop compenseren door hun solistische ambities op hun directe woonomgeving bot te vieren. Doorgaans geëscorteerd door enkele getrouwe vazallen, die het geheel de status van ‘bewonersproject’ moeten geven.

Dat proces verloopt  vaak geleidelijk. Als persoon missen deze burgemeesters vaak de kwaliteit om dienend  als cement tussen de stenen te werken, de verbindende schakel te vormen, waardoor bewoners zich nauwelijks geroepen voelen om mee te werken aan een fijn en veilig leefklimaat. Voor de overheid zijn ze echter goed zichtbaar als buurt- of wijkvertegenwoordigers die geconsulteerd kunnen worden als dat bestuurlijk nodig is. Waardoor hun status en eigenwaarde disproportioneel groeien en ze op den duur – in analogie van een voormalige Franse president-  gaan denken:  “De buurt, dat ben ik”.  Ooit hebben we in mijn wijk als bewonersgroep een jaar moeten knokken om zo’n torpedoboot te demobiliseren. Dat was voor alle partijen een pijnlijk proces, dat alleen maar verliezers kende.

Moderne varianten

Maar vergis je niet, het ras is bepaald niet uitgestorven, maar eerder verplaatst naar de hoger gekwalificeerde maatschappelijke middenlagen. Dit geheel in lijn met de groeiende tendens in onze samenleving rond de ‘cocreatie’ van een toenemend aantal ‘dikke ikken’ en  narcisten.

Neem nu  bewonerscommissies die in flatgebouwen ontstaan, gestimuleerd door de nieuwe huurwetgeving. Op meerdere locaties zie ik een locale elite een geslaagde imitatie geven van bestuurlijk Nederland, inclusief de uitsluiting van de belangen van de kwetsbaren onder in de hiërarchie van de flats. ‘Zo boven, zo beneden’.

Op deze wijze wordt het veelgeroemde transitieproces van het gezamenlijk dragen van ‘verantwoordelijkheid’ en het groeien in ‘eigen kracht’ vakkundig om zeep geholpen. Het is niets anders dan oude, verschraalde wijn in nieuwe zakken. Een proces dat alle actieve bewoners bedreigt omdat het inherent is aan de wijze waarop onze samenleving wordt georganiseerd en waarin de burgerparticipatie vaak kritiekloos als dé hefboom van de bestuurlijke vernieuwing  wordt gehypt.

Screenen

Het wordt tijd dat we initiatiefnemers rond burgerparticipatie wat meer gaan screenen op hun ‘verbindende’ kwaliteiten, het vermogen om de achterban in kracht te laten groeien, hun vermogen tot synergie en de vooral kunst om jezelf te relativeren. En elkaar daar wat meer op leren aan te spreken. Dit om te voorkomen dat we tot in lengte van dagen slechte kopieën blijven maken van de bestuurlijke cultuur die we in de bovenwereld massaal afkeuren.

Dan hoef ik dit soort lullige blogs ook niet meer te schrijven.

 

 

Reacties

Reacties