Dagboek van een buurtgek (16): “Hoe pak je een torpedoboot aan?”

Voor sommige dingen in het leven moet je geleerd hebben. Als ik in de kruipruimte onder de vloer op mijn rug een lekkende waterleiding soldeer, dank ik de harde leerschool die ik destijds heb gehad als jong broekje Net zoals je een torpedoboot in de buurt, die alle onderlinge verhoudingen loopt te verzieken, niet zomaar even kan ontmantelen.
Etterbak
Daarom ben ik blij dat ik bij Evert, onze oude sociaal werker, altijd voor advies terecht kan. Hij kent de buurt als alsof hij er jaren gewoond heeft. Hij geeft om de mensen, los van hoe ze leven. Hij is net als Pa, die altijd uitging van het positieve in de mens, zelfs als dat ver te zoeken was.
Waar het om gaat is meneer A., ‘de Bolle’ de sfeer in de buurt goed aan het verzieken is. Een gast waar je niet zomaar even naar toe stapt om hem een doodschop te verkopen. Die gozer heeft dus een eigen aanpak nodig. En Evert weet in zo’n geval wel raad.
Die kijkt eerst heel goed wat voor vlees hij in de kuip heeft. En ziet dat onze kaalkop beschikt over kwaliteiten die ik niet wilde of kon zien. Want los van zijn poging om alles te verzieken, heeft hij volgens Evert veel kennis van het beïnvloeden van zijn omgeving, iets dat ik alleen mag zag als ‘stoken’. Maar ook zag Evert wat hij ‘geldingsdrang’ noemt. Die bolle kop, die nog nooit wat gepresteerd heeft in zijn leven, wil wel invloed hebben in zijn buurtje, ook al is die zwaar negatief. En daar zegt Evert, zit het ‘omslagpunt’. Dat had ik zelf niet kunnen bedenken, omdat ik alleen maar een etterbak voor me zien.
Uitgaan van kwaliteiten
Evert gaat uit van die kwaliteiten, omdat het aanspreken van die man op zijn negatieve invloed alleen maar zou leiden tot meer ziekgedrag.
Bovendien, zegt Evert, heeft de man ook veel kennis heeft van de ‘cultuur van de apenrots’ en dat hij die gebruikt om daarin hoger op te komen, om iemand te zijn. En dat zou juist zijn kwetsbaarheid zijn. Je moet er maar opkomen.
De aanpak: plan A
Dat klinkt allemaal mooi, maar de 1000 dollarvraag is natuurlijk: wat doe je ermee.
Toen kwam Evert met ‘plan A.’, dat ik aanvankelijk totaal niet zag zitten. Hij stelde voor een soort bewonersvereniging in de buurt op te zetten, “met een paar stevige en positieve mannen en vrouwen”. Eigenlijk, is zo’n club helemaal niet nodig omdat we alle zaakjes direct onderling regelen. Evert die wel van de moeilijke woorden is, noemt dat : ‘informele zorg en aandacht’. Nooit geweten dat ik al van die club was! En als we die hebben opgericht gaan we met enkele mensen naar die Bolle en zeggen hem dat hij nodig is in ons nieuwe clubje omdat ‘hij zoveel mensen in de buurt kent’. We geven hem wat onschuldige taken, maar laten hem steeds weten hoe belangrijk hij is. Dat is volgens Evert ‘de fase van het slijmen’. En als ‘wederdienst’ voor de buurtinzet van de Bolle, gaan we af en toe ook wat oppassen op zijn kind en waarschuwen hem dat er klachten dreigen te komen over het verwaarlozen van dat jong. Zo komen we als vrienden binnen en gaan de deur weer uit als ‘informele zorgers’, zonder dat die Bolle dat door heeft. Kortom meneer wordt op zijn eigen slimheid verslagen. Zo drukken we ook de alcoholvriendjes van A. langzaam zijn huis en tuin uit.
‘Rolmodel’
Want als ‘rolmodel’ in de buurt kan meneer A. het niet maken om mot te krijgen met zijn buren.
En werkt dat allemaal niet dan heeft Evert altijd nog ‘plan B’ in de kast liggen en dat is ‘de formele weg’. En formele wegen duren altijd lang en werken doorgaans niet. Het betekent eindeloos klachten indienen bij de corporatie, met regelmaat de politie bellen, de wijkagent inschakelen, kortom een klachtenoffensief beginnen waarvan die Bolle zo ziek wordt dat hijzelf besluit de buurt uit te gaan dan wel er door de instanties uitgegooid wordt.
Evert denkt dat als ‘plan A’ niet snel werkt, ook met ‘plan B ‘ te beginnen om zo wat extra druk op de ketel te zetten.
En of ik maar vast een begin wil maken met het uitvoeren van ‘plan A’.
Lekkere jongen die Evert, die zit op de eerste rij in zijn nieuwe huisje te kijken hoe ik waarschijnlijk voor gaas ga in een poging om mijn Pa te imiteren.
Maar ik moet het toegeven het plan van Evert zit ijzersterk in mekaar. En ik weet nu al dat ik het uit wil proberen, omdat onze buurt wel een fijne buurtje moet blijven!
En daarvoor moet je af en toe je nek durven uitsteken.