Dagboek van een buurtgek (22) : Op bezoek bij een tovenaar

Dag, ik ben Peter en ik ben buurtgek. Die vreemde hobby heb ik geërfd van mijn Pa, die altijd klaar stond voor zijn buren en mij als klein kind al liet zien wat naastenliefde in de praktijk betekent.
Daarom is het ook niet zo gek dat ik zijn stokje heb overgenomen, nu hij er niet meer is. En om eerlijk te zijn ik mis de man nog dagelijks. Bij zijn foto op het dressoir brandt regelmatig een kaarsje.
Maar laat ik niet sentimenteel worden. Want als buurtgek heb je een puike hobby, met veel leven in de brouwerij. Neem nu die ‘Eigen Kracht conferentie’, waarover ik in het vorige stukje schreef. Die werd geleid door ene Philip, die er uit zag als een Pipo met zijn staartje en gelakte nagels, maar ons een lesje leerde in hoe je samen als buurt heftige zaken kunt aanpakken.
Na afloop van die toestand ben ik naar hem toe gestapt om te zeggen dat ik hem bewonder in de manier waarop hij een zootje ongeregeld weer op het goede spoor weet te krijgen. En daarop nodigde hij mij uit op zijn woonboot in Zwolle.
Een knuffel
Met de bestelbus van de zaak, ben ik op een zaterdag naar hem toe gereden en kwam terecht in een wereld die ik niet ken. Overal zag ik mooie houten beelden, maskers uit Afrika, speren uit wat ooit Nieuw-Guinea was en leren voorwerpen van de indianen. Maar veel kans om rond te neuzen kreeg ik niet, want Philip begon mij meteen uit te horen over wat ik zoal doe ik mijn buurtje. En toen ik mijn hele verhaal verteld had, dat met Pa begon en eindigde bij mijn laatste avonturen, liep hij op mij af voor een omhelzing. Nu ben ik niet zo van dat knuffelgedoe onder mannen, maar dit voelde best OK. “Jij bent mij broeder”, zei Philip en even dacht ik dat we daarna wel de vredespijp zouden gaan roken. Want bij die man is alles mogelijk. Daarna heb ik, ik weet niet hoelang, naar hem zitten luisteren. En verdomd, hij begon bij de indianen, hoe daar de stam werd georganiseerd en dat er op de achtergrond altijd een sjamaan aanwezig is, die het zaakje met kunst en vliegwerk in evenwicht probeerde te houden.
Kracht van de adelaar
En dat die figuren bijna altijd eenlingen waren, die wel verbonden waren met de stam , maar ook aan de rand van het gebeuren stonden. Die als een adelaar van bovenaf konden zien , wat er op de grond gebeurde. En bij heftige toestanden in actie kwamen. En dat buurten mensen nodig hebben met de kracht van de adelaar en dat ik die kracht van mijn Pa heb geërfd. Normaal gesproken zou ik gedacht hebben: “Je lult maar raak”, want lunatics krijgen bij mij altijd met voorrang gelijk. Die spreek je nooit tegen. Daarvoor heb ik al in teveel huizen gewerkt bij teveel klanten die nog nooit gespoord hebben.
Maar die Philip was anders. Ik herkende wat hij zei, alleen dan zonder dat indianengedoe. Maar het verhaal van de adelaar, vond ik tof. Dus zei ik dat ik ook wel zo’n adelaar wilde zijn, waarop die maf met een big smile zei: ”Dat ben je al, alleen weet je nog niet dat je dit weet”
Adelaarsklasje
En toen nodigde hij mij uit voor wat hij zijn “Adelaarsklasje’ noemde. Dat zijn vier of vijf gasten, buurtgekken zoals ik. Zij komen eens per maand naar die woonboot om te leren werken met de kracht van der Adelaar. En dat ik welkom was om daaraan mee te doen. Nu heb ik al heel wat mensen ontmoet die mij gouden bergen beloofden, maar meer dan naar die bergen naar hun eigen bankrekening keken. En alsof Philip mijn gedachten kon lezen, zei hij dat de ‘oude kennis’ van de aarde is en van mens tot mens wordt doorgegeven en daarom onbetaalbaar is. De enige betaling die wordt gedaan is het doorgeven van de kennis aan anderen, gratis en voor niets. Toen ik wist ik dat die man spoorde. En voor ik het zelf besefte had ik al gezegd: “Tof, ik ben van de partij”. Waarop ik natuurlijk weer zo’n dikke knuffel kreeg van die maf. Geloof het of niet, maar ik denk dat ik een tovenaarsleerling ben geworden. Als ik dat ik ons buurthuis ‘Het Hoekje’ ga vertellen, zouden die gasten meteen weten dat de buurtgek de grootste gek van de buurt is geworden.