“Samen maken we de buurt !”  Ja, maar hoe dan? Doe zelfonderzoek!

“Samen maken we de buurt !”  Ja, maar hoe dan? Doe zelfonderzoek!

Ik heb er al heel wat blogs aan gewijd. Het verschijnsel dat bewonersinitiatieven vaak lijden onder de ontmoedigende werking van solistisch ingestelde gangmakers, die zich in no time transformeren tot ware buurtburgemeesters.

En krijg daar reacties op van lezers die dit fenomeen in hun eigen woon- en leefomgeving herkennen. Het verschijnsel maakt een onderdeel uit van de bredere maatschappelijke ‘ons kent ons’ cultuur, die in actualiteitsprogramma’s op de TV maar ook in de wereld van de politiek en bestuur aan de orde van de dag zijn. Het zijn steeds dezelfde poppetjes die ons komen vertellen hoe de wereld eruit ziet en wat we moeten denken en doen. De aandacht die deze mensen krijgen werkt zeer verslavend en heeft een demotiverende werking op de ontwikkeling van de eigen verantwoordelijkheid en deskundigheid van anderen.

Samen maken we de buurt

De vraag dringt zich dan ook op hoe op het niveau van straten en buurten deze tendens doorbroken kan worden om te komen tot een wezenlijke ‘Samen maken we de buurt’ cultuur rond  bewonersinitiatieven.  Een cultuur die de ander niet uit- maar insluit.

Daarvoor is het nodig om te ontdekken dat het fenomeen van de ‘buurtburgemeester’ op een natuurlijk maatschappelijk proces lijkt. Dat nauw verbonden is met de werking van het ‘ego’, dat een sterke behoefte heeft om gezien en gewaardeerd te worden en zich in principe concurrerend verhoudt met andere ‘ego’s’ . Een proces dat we in onze ‘ver- maatschappelijking’ met de paplepel krijgen ingegoten.

Overstijgende kenmerken van leiderschap

Voeg daarbij dat geen enkele gangmaker zijn/haar medebewoners verder kan brengen dan hij/zij  in de eigen ontwikkeling gekomen is en de vraag dringt zich op wat overstijgende kenmerken zijn van leiderschap die dienend en overstijgend zijn.

De gangmakers die ik bewonder zijn steevast mensen die werken als het ‘cement tussen de stenen’. Zij denken  in termen van het ‘wij’, zijn solidair ingesteld en denken ‘inclusief’. Hetgeen betekent dat zij weten dat hun welzijn niet ten koste van de ander wordt verkregen, maar alleen waardevol is  als de ander ook een kans krijgt om tot zijn/haar recht en bestemming tot welzijn te komen.

Mooie woorden in een weerbarstige praktijk

Mooie woorden in een weerbarstige praktijk. Woorden die helemaal pijnlijk worden als ik deze op mijzelf betrek. Als ‘buurtgek’ voldoe ik immers aan een aantal kenmerken die de buurtburgemeester  bij uitstek tekenen. Ga er maar even voor zitten!

■ Zo heb ik een groot netwerk, dat zich ook buiten de buurt uitstrekt. Ze kennen mij op het stadhuis en weten me te vinden als de burger  in beeld moet komen. Dat geeft status en dat werkt verslavend

■ Ik heb een kennisvoorsprong op medebewoners, die actief willen worden. Dus is het om de haverklap: ”Daan, zou jij  dat even willen regelen?”. Dat is een rem op de ontwikkeling van een nieuw burennetwerk

■ In mijn sterrenbeeld zit de behoefte om gezien te worden. Ik ben verbaal vaardig en trek op een bijeenkomst vaak als eerste mijn muil open. Daarbij zeg ik in de regel wel zinnige dingen, waardoor ik niet al te veel weerstand ondervind.

■ Ik oog sociaal en meelevend en heb als kind geleerd om ‘met alle rangen en standen’ om te kunnen gaan, dankzij een opvoeding in de ‘hogere’ kringen

■ Ik ben hoogopgeleid in de sociale wetenschappen

■ En ik heb kenmerken van een obsessief compulsieve  persoonlijkheid;  kan me in zaken vastbijten als een pitbull ; heb de vechtkracht van een das en hersens die continu  kraken in de behoefte om hardnekkige problemen op te lossen

■ Na arbeidsuitval  in het verleden, heb ik mij teruggevochten in mijn werk en kan heel concurrerend te werk gaan

■ Lang heb ik gewerkt met het vuur van de maatschappelijke woede over onrecht en kansarmoede in de samenleving. En rekende mijzelf tot de ‘goede kant’. Een kant die per definitie ook heel veel ‘foute mensen’ kende. Dat doet het goed bij onderkant van de samenleving

■ Ik kan waar ik in geloof goed en geloofwaardig verkopen; er is in mij een succesvolle carrière als  autoverkoper verloren gegaan

De smaak van het ‘wij’

Bovenstaande kenmerken vormen bij uitstek een prima combinatie om een ‘buurtburgemeester’ te worden. Het is een voorbeeld van hoe  -vermeende- kwaliteiten  een averechtse werking kunnen hebben, als deze niet  zijn ingebed in een brede samenwerking. Voeg daaraan toe dat ik bovenstaande kwaliteiten en beperkingen heel lang ontkend heb en daardoor blind werd voor de verlokking van het ‘buurtburgemeesterschap’. Het is deze ‘persona’ of dit masker dat de gangmaker blind maakt voor kritiek en zelfreflexie. Immers hij/zij heeft altijd de rechtvaardiging dat  hij/zij  alleen maar streeft het ‘goede’ in de buurt of wijk.

Wat mij heeft  gered?

Wat mij heeft gered van de neiging om te ver voor de groep vooruit te hollen en alles touwtjes in handen te willen houden?

■ Bijna heel mijn leven heb ik voorbeeldfiguren gekend, mentoren, voor wie het ‘wij’ essentieel was. Mensen die werken met een groot hart, zelfreflexie hebben en met humor zichzelf kunnen relativeren. Zij hielden mij de spiegel voor.

■ Altijd heb ik het voorrecht gehad om met ‘maatjes’ te werken, collega’s die vrienden werden en waarbij in de samenwerking  de synergie belangrijker was dan individuele prestaties.

■ Een aantal keren ben ik fors onderuit gegaan; heb burn-outs gekend, die mij dwongen te zoeken naar de ziekmakende patronen in mijzelf.

■ Maar voor alles is het de smaak van het ‘wij’ die mij verloste van het gevoel een afgescheiden ‘ikje ’te zijn,  een golf die vergeten was  onlosmakelijk verbonden te zijn met de zee.

Mijn advies aan alle hardwerkende buurtgekken: neem eens de tijd voor zelfonderzoek. De buurt en jij zullen er beter van worden.

En dat is toch wat je graag wilt?

 

 

 

Reacties

Reacties