Dagboek van een buurtgek (27): Over engeltjes en bengeltjes

(Wat eraan vooraf ging: Nu Peter, de buurtgek, is toegetreden tot het klasje van landelijke buurtgekken, wordt hij geconfronteerd met de diepere beweegredenen achter zijn in inzet voor een goed leefklimaat in zijn buurt. Dat is het begin van innerlijke strijd).
Uitslover
Met het kloterige gevoel van “Maak dat huiswerk maar weer over” scheurde ik veel harder dan is toegestaan terug naar Amersfoort, na mijn maandelijkse klasje bij ‘buurtgoeroe’ Philip. Ik heb hem tot ‘buurtgoeroe’ verheven. Want dat geeft precies aan wat ik bij die man voel.
Ik ben niet zo op goeroes. Wijsneuzen zijn het, die denken de waarheid te bezitten en ons een lesje te kunnen leren, terwijl ze zelf boven alle kritiek verheven zijn. Ja, dat is gemakkelijk! En als je die gasten daarop aanspreekt zeggen ze doodleuk : “Ik ben geen goeroe, maar jij maakt er een van mij !”. Dikke lul, breng daar maar iets tegen in !
En daardoor ontstaan er heel vreemde dingen, die ik ook in mijn klasje tegenkom. Zelfs bij mijzelf. Het ergste vind ik nog dat ik ongewild uitsloverig gedrag ga vertonen. Alsof je op de lagere school zit en je vinger zo hoog mogelijk de lucht insteekt omdat je het juiste antwoord hebt op een vraag van de meester. En waar ik het destijds verdomde om mee te toen aan “Wie is de lieveling van de juf ? ” voel ik me nu af ten toe de grootste slijmbal van het hele stelletje. En ga ik op mijn bek op het moment dat die Philip mijn inzet voor de buurt ter discussie stelt.
Mokken
Het gevolg was dat ik dagen daarna in mijzelf liep te mokken. Tot Annie en thuis schoon genoeg van kreeg omdat ik ook op haar vraag “Wat zit je dwars?” geen antwoord gaf. Annie gaat dan gelukkig nooit het gevecht in, ze laat het lopen en zegt na het avondeten alleen: “Misschien moet jij eens een borreltje gaan drinken bij Evert”. Evert is onze ouwe buurtpik, de buurtwerker, die ze vroegtijdig met pensioen hebben gestuurd omdat er zonodig bezuinigd moest worden. Terwijl die eikels die hem de laan uitstuurden nog hoog en droog vage dingen zitten te doen op hun kantoor. Maar “elk zijn nadeel heb zijn voordeel” heeft onze nationale filosoof ooit opgemerkt. En dat heeft die Evert goed in zijn oren geknoopt. Die is gewoon voor zichzelf begonnen als adviseur voor bewonersgroepen en doet nu alleen nog maar waar hij echt zin in heeft. Geen urenlang geouwehoer meer in vergaderingen of het schrijven van dikke rapporten die ongelezen de kast in worden geflikkerd. Kortom ‘onze Evert ‘ is opgebloeid en als hij soms bij ons buurthuis ‘Het Hoekje’ binnenstapt krijgt hij meer pils aangeboden dan hem lief is.
Engeltjes en bengeltjes
Nu, Evert moest smakelijk lachen toen ik met mijn verhaal over het klasje van Philip kwam. “Jij lijkt wel op een gozer die in zware therapie zit. Aan de ene kant zegt het engeltje op je schouder “Pak die kans om het anders te gaan doen”, terwijl het bengeltje op de andere schouder alleen maar dikke weerstand voelt. Kortom het klassieke conflict, dat aan alle verandering vooraf gaat. Nu kun je die twee wel met elkaar laten matten, maar daar wordt je zelf niet vrolijker van. Maar stel dat jij het voor mekaar krijgt om die twee een beetje met elkaar te laten samenwerken. Het bengeltje mag bij tijd en wijle kankeren en mopperen, terwijl het egeltje aan de slag gaat met het huiswerk van die Philip” .
En toen dronken we een borrel en daarna nog een paar en werd er weer gezellig geouwehoerd over van alles en nog wat. En kreeg ik zwalkend op de fiets naar huis een geweldige idee. Het engeltje was blijkbaar minder onder invloed van de alcohol dan het bengeltje dat geheel was afgehaakt ! En toen ik de volgende morgen met een zware kop opstond, wist ik wat me te doen staat. Maar daarover een volgende keer!