Georganiseerde burenhulp vraagt om innovatie

Georganiseerde burenhulp vraagt om innovatie

In steeds meer wijken in mijn stad zie ik bewonersnetwerken opkomen die zich bezig houden met informele vormen van burenhulp. Vaak wordt daarbij gebruik gemaakt van het digitaal matchen van vraag en aanbod. In de praktijk blijkt dat vaak een intensief proces waarvan het rendement de nodige methodische vragen oproept.

 De mooiste burenhulp

De mooiste vormen van burenhulp worden veelal gevormd door praktijken die wij niet kennen. Zij vinden plaats op het niveau van een straat of buurt en ontstaan op basis van face to face contacten tussen buren. Er komt geen enkele vorm van organisatie aan te pas. Als je praat met bewoners die zich inzetten voor minder zelfredzame medeburgers hoor je vaak dat  zij hun inzet als een vanzelfsprekendheid ervaren, die hoort bij het streven “goed met de buren te willen omgaan”.

Voor veel ouderen geldt bijvoorbeeld dat het vragen naar een vorm van -informele – ondersteuning een brug te ver is. Ook zijn ze vaak terughoudend om met een onbekende aanbieder van diensten in zee te gaan. En dat is het geval bij veel georganiseerde vormen van burenhulp die met een vorm van intake beginnen. Er is een spreekuur, er worden formulieren ingevuld en vervolgens is het wachten op een geslaagde match. Als die niet lukt is vaak onduidelijk waar de kink in de kabel zat.

Vaak gaat het daarbij om tijdelijke of eenmalige activiteiten. Zoals het doen van boodschappen bij ziekte, het tijdelijk uitlaten van een hond, met assisteren bij het bezoek aan een medisch specialist  of het doen van tuinonderhoud.

TV Toestel

Zo werd ik gebeld voor een medewerker van een Wijkteam met de vraag een TV toestel te willen buiten zetten bij het grofvuil voor een dame die niet kon tillen. Toen ik voorstelde haar direct  te bellen werd dat met een beroep op de privacy geweigerd. Het contact moest via de maatschappelijk werkster tot stand komen. Daarna heb ik niets meer vernomen. Mijn eerste vraag is dan waarom er blijkbaar niemand in de directe woonomgeving van de dame is die vijf minuten de tijd heeft haar te helpen. En verbaas mij over de tijd en energie die het nu kost om een geschikte kandidaat te vinden die vervolgens niets kan betekenen.

Instellinkje spelen

In een andere wijk is een burenhulpdienst  gestart, geïnitieerd  door de plaatselijke buurtwerkster volgens de standaard werkwijze van haar instelling.

Via een oproep in de plaatselijke media wordt een groep enthousiaste buurtbewoners bereikt. Zij vormen met acht deelnemers het hart van de informele organisatie. En gaan ‘instellinkje’ spelen. Gaan aan de slag met publiciteit, vergaderen wekelijks, houden een spreekuur en gaan ‘digitaal matchen’. Om na meer dan een half jaar later trots te vermelden dat ze maar liefst dertig matches hebben gescoord, waarvan velen met een eenmalig karakter.  De optelsom van de tijd en energie van de deelnemers gerelateerd aan de output zou in dit geval direct vragen moeten oproepen naar de effectiviteit van de gevolgde werkwijze. Het tegendeel is het geval omdat er vervolgens in aan naburige wijk met dezelfde aanpak een begin wordt gemaakt.  Informeel hoor ik dat er ondertussen deelnemers zijn afgehaakt omdat zij twijfelen aan een werkwijze die niet ter discussie staat.

Face tot face

In mijn wijk is na een mislukte start van zo’n  ‘digitale burenhulpdienst’  uiteindelijk voor een geheel andere werkwijze gekozen. Een hechte groep actieve bewoners gaan van huis tot huis,  buurt tot buurt  om in de breedte te  inventariseren welke wensen bewoners hebben voor  een fijn en veilig leefklimaat. Die wensen worden gebundeld en gepresenteerd op bewonersbijeenkomsten waar ieder het woord krijgt om te vertellen hoe het wonen in een straat of flat verder kan worden verbeterd. Op basis van deze face to face contacten ontstaan vervolgens kleine bewonersnetwerken, die – naast andere leefgebieden- ook actief zijn op het gebied van burenhulp. Een intensieve werkwijze die echter duurzame informele relaties tussen omwonenden genereert, die sterk gebaseerd zijn op gezamenlijke zelfredzaamheid.

Buurtwerk= maatwerk

Op voorhand en top-down is het niet mogelijk om te bepalen welke aanpak voor een specifieke buurt het meest effectief is. Wel is duidelijk dat de werkwijze op de schaal van een wijk te weinig fijnmazig en daardoor kwetsbaar is.

Het wordt  tijd wordt dat het institutionele welzijnswerk -dat in het kader van de Transitie graag haar efficiency wil aantonen-  zich eens gaat buigen over de methodische vraag hoe informele burenhulp het best gefaciliteerd kan worden. Dat voorkomt wellicht dat het werk zich blijft herhalen in een vast sjabloon waarin creativiteit  en maatwerk onvoldoende aanwezig zijn.

Reacties

Reacties