Wie reist kan verhalen (3): Hippies in de bergen

Wie reist kan verhalen (3): Hippies in de bergen

( schuttingtekst in het dorp Massat)

De schrijver van de reisgids moet zijn dag niet hebben gehad toen hij schreef over Massat, of reed er wellicht op een maandagmorgen doorheen toen de gemeenschap nog lag bij te komen van de strapatsen van het weekend.

Het bergdorp in de Pyreneeën wordt in de Trotter reisgids van de Midi-Pyrénées  immers omschreven als: “Groot dorp waar bijna niemand meer woont aan de prachtige weg tussen Saint-Girons en Tarascon-sur-Ariège”.

Terwijl het juist een bloeiende gemeenschap betreft, gevormd door vogels van een zeer divers pluimage. Maar mogelijk putte de schrijver uit oude bronnen, omdat Massat eind jaren ’50 van de vorige eeuw aan de ontvolking van het Franse platteland ten onder leek te gaan. De komst van ‘hippies’ bracht echter uitkomst. Zij vestigden zich in en rond het dorp, starten kleine neringen in biologische groenten, bakten brood of  maakten geitenkaas.

Dorpswinkel

Waar andere dorpen in Frankrijk van rond de 800 inwoners tegenwoordig verstoken zijn van een dorpswinkel omdat de megasupermarkten in de omgeving alle plaatselijke winkeliers verjaagd hebben, bloeit de lokale economie er als nooit te voren. Er zijn twee café-restaurants, meerdere winkels met biologische streekproducten, een alternatieve pizzeria, een coöperatieve bibliotheek annex koffiehuis, praktijken voor alternatieve geneeskunde, een verenigingsgebouw  en sinds kort zelfs een winkel waar je dagelijks je messen kan laten slijpen.

Maar bij hippies is het niet gebleven. De revival van het dorp heeft ook buitenlanders aangetrokken uit de sociaaleconomische midden- en bovenlagen, zoals de keurige Engelse dames die met hun Range-Rover het dorpsplein op komen rijden om in stijl op een terras te gaan lunchen.

‘Oude hippen’

Niets is leuker dan een paar uur neer te strijken op het terras naast de imposante kerk om de veelkleurige lokale bevolking van een afstand te observeren. Zo zijn daar de bejaarde ‘hippen van de eerste generatie’, die met bonte vaal gewassen kleren, een grijs haarstaartje en plompe kabouterschoenen met losse veters wat staan te kletsen op het plein en ondertussen enthousiast zwaaien naar bijna iedere lokale automobilist die voorbij komt.

Zij bezoeken bij voorkeur de kroeg aan de rand van het dorp, met een groot terras waar je direct wordt bedwelmd door de geur van wiet. Ze hebben een Pyrenese schaapshond die niet aan een riem zit maar aan een stevige gevlochten touwkabel, hetgeen geheel onnodig lijkt want de beesten lijken wel even stoned als hun baasjes.

En daar komen de ‘hippen’ van de tweede en derde generatie  in twee of drietallen aan het eind van de middag het plein op sjokken. De dames in wijde jurken die op het platteland van Turkije niet zouden misstaan, de mannen zonder uitzondering in sobere zwarte kleding met lange haren en baarden met daarin tenminste één vlechtje.

Terras

Op mijn terras zitten vooral  luidruchtige Fransen die niet in de hippiecategorie passen, maar wel overduidelijk supporter zijn van het genootschap van Bacchus.

De enige dissonant wordt gevormd door uitsloverige wielrenners, die als een soort rijdend reclamebord met hun bonte shirts, de blinkende helmpjes en met ijzer beslagen klik-klak schoentjes de archaïsche sfeer op het plein komen verzieken. Maar zij hebben hun ijsje wel verdiend na het ronden van de steile bergpas buiten het dorp.

Helaas ontbrak het mij aan tijd om een zwart-wit fotoshoot te maken van al die bijzondere winkeltjes in het dorp, bij voorkeur met de trotse de uitbater in de deuropening.

Maar sluit ook niet uit dat bij terugkomst de schrijver van de reisgids gewoon gelijk had en ik een verlaten dorp in de Pyreneeën aantref omdat niets zo lekker is dan je tijdens de vakantie te verdromen op een terras.

Reacties

Reacties