Wie reist kan verhalen (5): Op vakantie zonder hoofd

Het was tijdens een slopende bergtocht, die alles vroeg van mijn lichaam, dat ik ontdekte dat het denken in mijn hoofd van een heftige wandeling een compleet drama kan maken.
Boos op de berg
Zo moest ik denken aan de vakantie die ik doorbracht met wat destijds leek op ‘de liefde van mijn leven’. We kampeerden in heuvelachtig terrein en maakten prachtige fietstochten. Daarbij moest bij tijd en wijle aardig geklommen worden en waar mijn vriendin gewoon afstapte als het haar te gek werd, verdomde ik het om op te geven. De berg werd mijn persoonlijke vijand, de woede in mij groeide, ik ging smijten met energie en voor ik het goed en wel besefte deed ik op vakantie precies wat ik ook daarbuiten deed: tandenknarsend overleven. Zo kwamen we elkaar overdag maar weinig tegen en groeide de emotionele afstand ’s avonds dienovereenkomstig.
De berg schenkt inzicht
Deze vakantie echter was gelukkig van een ander kaliber. De berg schonk mij het inzicht dat ik bij tijd en wijle meer met de berg in mijn hoofd worstelde dan dat ik zag dat IK de berg was, een steile vriend die zich alleen stap na stap laat ontdekken. Niet de ontmoedigende blik naar de top tekende de weg, maar het pad direct voor mijn voeten was de realiteit die vroeg om een ademhaling die daarop was afgestemd.
Zo kan een vakantie een metafoor worden voor het leven van alledag.
In mijn werk zaten altijd bergen en dalen en als ik een berg meende te ontwaren ging de adrenaline direct stromen. Het lichaam ging in de vechthouding en mensen die mijn pad versperden konden rekenen op minachtig of hoon. Daarbij kon ik – met de rechtvaardiging dat het ‘persoonlijke’ ook het ‘politieke ‘ is- heel ver gaan.
Terugweg wordt heenweg
Deze vakantie heb ik bij tijd en wijle de top niet gehaald, omdat mijn lichaam aangaf oververhit te raken. Dan werd het tijd voor de terugweg, die spontaan een heenweg werd, richting dorp waar een koel glas bier en een heerlijke salade de bekroning werden van mijn tocht. En dacht ik bij de afdaling dankbaar aan Douglas Harding, de filosoof en Advaita-leraar, die het ‘hoofdloos Zijn” doceerde (www.headless.org/dutch/dutch-homepage.html) . In een prachtig artikel beschrijft bij een wandeling ‘zonder hoofd’. Hij IS wat hij ziet.
In dat gedachteloos wandelen dansen zijn voeten bij een afdaling trefzeker van steen naar steen in een harmonie met de natuur die hij IS. Komt hij echter in zijn hoofd terecht, dan verslapt zijn aandacht en gaat hij onderuit.
Stap voor stap
Nu wil ik geenszins de filosoof gaan uitgangen, die het allemaal wel gezien heeft. Want als er een figuur is die in nauwelijks staat is ‘zonder hoofd’ te leven ben ik het wel. Met een obsessief-compulsieve structuur is er altijd wel een worst waar de hond in mij hardnekkig en hijgerig achteraan wil hollen.
Het Zien echter van die beweging en het ontdekken van de machteloosheid en vooral humor van dat proces is de remedie, niet de wens om er wat dan ook aan te veranderen.
En zo komt er een einde aan mijn vakantieafleveringen. En mag ik mij bezinnen op de vraag wat de berg mij geschonken heeft. Want als ik van dag tot dag het pad stap voor stap kan nemen zonder de wens welke top dan ook te bereiken voelt iedere dag als een vakantiedag.
De lezer zij hartelijke gegroet!