Bewoners aan zet, professionals achter de knoppen?

Bewoners aan zet, professionals achter de knoppen?

Het is pas tijdens de bewonersbijeenkomsten in het kader van de SBI ( Sociale Basisinfrastructuur) die in het kader van het welzijnswerk  ‘nieuwe stijl’,  Indebuurt033, worden gehouden, dat ik ze tegenkom.

 Onzichtbaar

De hulpverleners van de Wijkteams, die in de diverse wijken of beter: deelgebieden van Amersfoort actief zijn. Op die bijeenkomsten verschijnen ze ineens in grote getale, waar ze voorheen in de wijk vrijwel onzichtbaar waren.

Dat is ook niet zo vreemd, want de ‘generalisten’ zoals ze zich tegenwoordig moeten noemen, werken een-op-een aan individuele hulpvragen en zijn uiterst terughoudend over de aard van dat werk, met een klemmend beroep op ‘privacy’.

Dat is een gevaarlijk woord in Amersfoort, gezien een recente datalek op het stadhuis, maar kan ook gemakkelijk misbruikt worden om een inkijk in de slagkracht en effectiviteit van het werk te mystificeren, zoals ik bij netwerktrainingen met medewerkers van de Jeugdzorg herhaaldelijk heb moeten meemaken.

Controlemonster

Maar vergis je niet, de generalisten zijn harde werkers, die overuren maken achter hun computers, omdat alle gegevens en ‘beschikkingen’ met betrekking tot de hulp die een cliënt moet krijgen, zorgvuldig in ellenlange formats moeten worden ingeklopt. Het is eerder de vraag of deze hulpverleners niet vermalen worden door het  bureaucratische controlemonster in de zorg, dat eist dat op papier iedere scheet moet worden verantwoord, hetgeen gemakkelijk 40% van al de beschikbare tijd in beslag neemt.

Daarover klagen hoor je ze niet, want dat kan gemakkelijk leiden tot de conclusie dat ze minder geschikt zijn voor hun werk. En dat laat je in de tegenwoordige tijd wel uit je hoofd.

Reorganisatie

Kortom de Wijkteams vormen een instellingswereld op zich, waar je als bewoner geen zicht op krijgt. Zoals ook de reorganisatie van de teams binnen een nieuwe stichting waar de hulpverleners, die uit een wonderlijk breed palet van instellingen komen, in worden ondergebracht, zich onzichtbaar binnen de muren van hun bastions heeft voltrokken.

Maar nu gloort er hoop.

Met de komst van de nieuwe werkwijze van het welzijnswerk krijgen actieve bewoners meer ruimte om eigen initiatieven op het bied van welzijn en (informele) zorg te ondernemen. Zij worden georganiseerd in wijknetwerken, waarin minimaal 50%  bewoners zitting nemen. Deze netwerken maken jaarplannen die aangeven waar de prioriteiten van het welzijnswerk in de wijk moeten liggen, zoals ze ook bepalen waar de nieuwe, nog bescheiden, subsidiestroom voor bewonersinitiatieven naar toe moet vloeien. Dat is op zich al een verwarrend gegeven nu het er op lijkt dat er  professionele instellingen zijn die zich ineens als  ‘bewonersinitiatief’ hebben herontdekt. Maar dat terzijde.

Nieuwe verbinding

Met de komst van de bewonersnetwerken kan er een nieuwe verbinding tot stand worden gebracht tussen wat wordt genoemd de ‘formele’ zorg vanuit de Wijkteams en de gespecialiseerde hulpverlening en de ‘informele’ aandacht en zorg vanuit wijkbewoners. En dat is pure winst.

Het laat echter ook zien hoe de huidige verhoudingen liggen tussen die formele en informele zorg. Zo bedraagt budget voor de SBI (lees: Indebuurt033) zo’n 10% van het budget van de professionele zorg. In ‘mijn deelgebied’ van twee wijken met 20.000 inwoners en een gemiddeld sociaaleconomisch niveau zijn zo’n 22 hulpverleners van het Wijkteam actief. Terwijl er voor het opzetten van bewonersnetwerken nog niet één fulltime professionele ‘buurtnetwerker’ kan worden aangesteld.

Sociaal vangnet

Maar veel fundamenteler dan de vraag naar de cijfertjes is de noodzaak om in samenwerking van bewoners en professionals te komen tot hechte sociale netwerken die in staat zijn minder ‘zelfredzame’ bewoners’ binnenboord te houden. Dwars door de schotten van instellingen en informele initiatieven heen. Die kwalitatieve transitie is nog maar nauwelijks begonnen, maar vormt de grootste uitdaging. Actieve bewonersgroepen moeten daarin het voortouw nemen, omdat veel instellingen nog te zeer de kenmerken dragen van het bureaucratische traditionele werken binnen de sector zorg+ welzijn.

 

 

 

 

Reacties

Reacties