Wie reist kan verhalen (6): Schuldige landschappen

Wie reist kan verhalen (6): Schuldige landschappen

Lang was er ik niet meer geweest. In de Belgische Ardennen, waar ik ooit steevast ieder jaar met vrienden een voettocht maakte tussen Kerst en Oud en Nieuw. Er drie nachten kampeerde in de kou, om de laatste nacht de luxe van een hotel met ligbad op te zoeken.

De tijd van ontberingen maar ook van het ultieme genieten van jeugdavonturen is inmiddels voorbij. Dankzij sites als Airbnb is een logeeradres snel gevonden.

Daarbij ga ik doorgaans af op de recensies van eerdere bezoekers. En kwam zo terecht bij Mevrouw M. die door haar bezoekers zo wat de hemel in wordt geprezen.

Naast een hartelijke ontvangst en veel informatie over prachtige tochten in de directe omgeving bereidt ze ook prima maaltijden voor haar gasten.

En toch kan ik na een trip van drie dagen niet terug kijken op een geslaagd uitstapje. Ik heb er goed geslapen, het eten was uitstekend, ik heb meer Frans gesproken dan in tijden, heb oude looproutes bij toeval herontdekt, maar reed in verwarring terug over besneeuwde wegen.

Meer dan andere streken op aarde is dat wat de Ardennen in de mist met mij doet. Het je terugwerpen op jezelf en het aangaan van de confrontatie met de melancholische schaduwkant van het bestaan.

Schuldige landschappen

Het is een streek die veel heeft meegemaakt, waarbij de term ‘schuldige landschappen’ van Armando de lading aardig dekt, getuige dit citaat: “Een schuldig landschap noemde hij een landschap dat heeft zien gebeuren, want in landschappen, in de schone natuur, vinden vaak de afgrijselijkste opvoeringen plaats. Veldslagen. Sluipmoorden. Man tegen man”[i]

Dit keer wist ik echter niet of mijn bedrukte gemoed werd veroorzaakt door het ‘schuldige landschap’ van en in mijzelf  dan wel door mijn omgeving. En leek het één de metafoor voor het andere. In die zin was er sprake van een volmaakte harmonie. Echter van een soort waar ik niet op zat te wachten. Dat ‘wachten’ heeft natuurlijk alles te maken met ‘verwachten’. In mijn hoofd had ik mij geprogrammeerd op een retraite, na een jaar noeste arbeid. Het ingaan van de volmaakte stilte die ik weliswaar Ben, maar bepaald niet ervaren had in een periode van het professioneel beïnvloeden van gecompliceerde zorg en welzijn gerelateerde zaken in mijn stad.

Boeiend, maar ook vermoeiend.

Besneeuwd bospad

Een druk hoofd, raak je echter niet zo maar even kwijt op een besneeuwd bospad.

Zoals ook de verhalen van mevrouw M. mij confronteerde met eenzaamheid, in de vorm van ouderen in haar omgeving die in een steeds groter isolement terecht komen. Het moeten hebben van het praten tegen hun hond, die ze, immobiel als ze zijn, nauwelijks meer kunnen uitlaten. Kan ik in een professionele setting relatief gemakkelijk afstand nemen van het lijden van de medemens, nu voelde ik mij somber en kwetsbaar.

En moet achteraf constateren dat ik precies het soort ‘retraite’ heb gekregen waar ik in mijn hoofd om vroeg. Een confrontatie met pijnlijke kanten van het leven die vragen om zingeving.

Dat is geen vakantie. Dat betekent hard werken. En dat kan het best in de eigen vertrouwde  omgeving.

[i] http://meandermagazine.net/wp/2010/02/het-einde-nadert/

Reacties

Reacties