Project ‘Vitale wijken’: De kracht van kwetsbaarheid en nabijheid

Wat maakt een project dat zich richt op de meest kwetsbare bevolkingsgroepen succesvol? Dat was het thema dat mij en mijn collega bezig hield, tijdens een pauzegesprek op een mooie vlonder bij een vijver achter een van de meest problematische flats in mijn stad. We zijn daar anderhalf jaar werkzaam en zien dat ons werk vruchten begint af te werpen.
Chronisch gebrek aan kansen
We zijn daar niet om te helpen, of de nood te lenigen van bewoners die dagelijks geconfronteerd worden met armoedeproblematiek en een chronisch gebrek aan kansen om zich sociaaleconomisch te verbeteren. Dat zou ook een doelstelling zijn die onze mogelijkheden en capaciteiten ver te boven gaat. In het verleden zijn er al teveel pretentieuze welzijnsprojecten op deze bewoners losgelaten. Projecten met een beperkte duur en omvang, met een komen en gaan van professionals die zich te pletter liepen op ogenschijnlijk niet te motiveren bewoners, die zich liever verschansten achter hun voordeur.
Trendy methodiek
Wij hanteren geen trendy methodiek of een uitgebreide gereedschapskist gevuld met moderne welzijnskretologie waar de gemiddelde burger van gaat gillen.
Bovendien hebben we geen ‘instellingsbelang’, dat getraind is om projecten die compleet de mist ingaan te verkopen als een eclatant succes Dit met behulp van ‘formats’ die niemand leest.
In onze werkwijze zijn we kwetsbaar, omdat we geheel afhankelijk zijn van de inzet van bewoners en als enig gereedschap onze nabijheid kunnen inzetten. Die kwetsbaarheid matched in de praktijk aardig met de kwetsbaarheid van bewoners, die hun vertrouwen in politiek en instanties verloren hebben, maar niet willen wegzinken in een moeras van verbittering en cynisme.
Huisbezoeken
Inmiddels zijn we vergeten hoeveel huisbezoeken we hebben gebracht, hoe vaak we aan een voordeur hebben staan te praten, hoe vaak we de kernvraag stelden:”Wat zou je graag verbeterd zien in en rond jouw flat?” Inmiddels hebben we een breed team gevormd met actieve bewoners en wijkprofessionals die uit het goede hout gesneden zijn. Die de gave hebben om over de muren van hun instelling heen te kijken.
Beren op de weg
Met elkaar komen we op stoom, maken we plannen die worden uitgevoerd en raken aardig bedreven om de beren die we op de weg tegenkomen te omzeilen.
We accepteren niet meer dat er geürineerd wordt in de liften en het trappenhuis, dat brood en voedselresten de gemeenschappelijke tuinen in worden gekieperd, dat kinderen met een uiteenlopende etnische achtergrond elkaar het leven zuur maken.
Wij zoeken nieuwkomers die totaal niet begrijpen hoe de Nederlandse samenleving georganiseerd is, thuis op. Houden informatieavonden waarin per thema voorlichting wordt gegeven, organiseren taal, computer en conversatielessen waarin naast Nederlandse vrijwilligers steeds meer nieuwkomers als begeleider en docent opduiken.
Vertrouwen in eigen kunnen
Zo groeit langzaam het vertrouwen in het eigen kunnen, anders dan de platgetreden ‘eigen kracht’ ideologie van het moderne welzijnswerk ons wil laten geloven. Dan kan het gebeuren dat er tijdens een planningsbijeenkomst met het kernteam van bewoners/vrijwilligers een uur lang alleen maar gelachen en gedold wordt. Om daarna in een half uur zaken te doen. En zien we dat de ‘wij’ formule de egocentrische verheerlijking van het ‘eigen kunnen’ ver overstijgt. Een formule die andere bewoners nieuwsgierig maakt, waardoor de aanwas van nieuwe vrijwilligers gestaag groeit.
Niet te verwoorden
Om op die vlonder aan het water te constateren dat het beschrijven van een succesvol project op basis van professionele termen en kwalificaties de kern nooit raakt. Omdat daar waar het gaat om mensen, de kracht van nabijheid en de kwetsbaarheid van het werken met een open einde, gekoppeld aan teamarbeid waarin het geheel zoveel meer betekent dan de som van de afzonderlijke delen, het werkelijke verschil maken. Maar dat dit niet te verwoorden is binnen een format met vragen waar zelfs een professional van zou moeten gaan gillen.