Kunst maken? Ja, omdat het moet, verdomme! (11): Frans avontuur

(foto: Les Eyzies, Prehistorisch museum)
( Feuilleton, waarin we Willem S. volgen op zijn capriolen om zich vanuit de WAO tot een gerespecteerd beeldend kunstenaar op te werken. Aflevering 11 : Waarin Willem afreist naar het zuiden van Frankrijk)
Niets is zo leuk als een laatbloeier te zijn. Terwijl het gros van de Willem’s leeftijdsgenoten over hun wilde haren alleen nog in sleetse anekdotes konden verhalen op gezapige verjaardagsfeestjes, begon hij lekker op stoom te komen.
De kunsten hadden zich stevig genesteld in zijn lijf, nieuwe horizonten geschapen, hem krachtiger verankerd op de aarde en hem de gedrevenheid geschonken om zonder terughoudendheid creatief te scheppen.
Renault 4
En waar hoe vroeger al opzag tegen een vakantieweek net over de Belgische grens, stouwde hij nu zijn oude Renault 4 vol met kampeerspullen en vertrok onbekommerd met zijn maatje Bep naar het zuiden van Frankrijk. Op zoek naar de bakermat van de Europese schilderkunst, daar door de Cro Magnon achtergelaten in tal van grotten.
In de omgeving van Les Eyzies in de Dordogne, waar het wemelt van prehistorische vindplaatsen, vonden ze een camping. In een kringloopwinkel had Willem een antiquarische pocket gevonden over het gebied, die beschreef hoe de eerste amateur archeologen rond het begin van de vorige eeuw, de neolithische kunst pas op waarde begonnen te schatten. Het waren ontdekkingen die de vloer aanveegden met de bestaande theorieën over ‘primitieve culturen’ die niet in staat werden geacht met stilistische houtskoolschetsen en okerpigmenten dieren af te beelden waarop werd gejaagd.
Sporen van oud beschaving
Zo werd de ontdekker van de Spaanse grot in Altamira er decennia lang van beschuldigd de tekeningen zelf te hebben aangebracht.
Het liefst was Willem zelf gaan graven in de aarde. En even kwam hij in de verleiding dat te doen bij de kleine abri’s ( schuilplaatsen) van Castel-Merle bij het lieflijke dorp Sergeac, waar in de Middeleeuwen een gemeenschap van Tempeliers was gehuisvest rond een prachtig kerkje. Het Amerikaanse team van archeologen dat daar in hun zomervakantie laag voor laag de aarde afschraapte, op zoek naar sporen van oeroude beschaving, had hun werk langs de weg enkel met wat zeilen afgedekt. Maar Bep die het gezonde verstand als noodzakelijk evenwicht tegenover de impulsieve dadendrang van Willem subtiel wist in te hanteren, zocht in het woordenboekje de betekenis op van het bordje dat bij de opgraving stond. En dat loog er niet op met een forse straffen voor mensen die zonder toestemming in de aarde gingen wroeten.
Okers
Maar gegraven moest er worden, zeker toen Willem las, hoe de oermens zijn okerpigmenten uit de rotswanden schraapte, om van deze vermengd met vet, bloed en urine een goed houdbare verf te maken, die tot op heden hun kleurkracht behouden heeft.
Innemende landgenoot
Toen hij enige dagen later neerstreek op het terras van de dorpskroeg in Plazac, dicht bij de plek waar in 1909 een schedel werd opgegraven die wordt toegeschreven aan de Neanderthaler, werd hij op zijn wenken bediend. Een luidruchtige Nederlander die met een overduidelijk Frans streekaccent een lachgrage, volumineuze dorpsdame het hoofd op hol bracht, was bereid zijn flirt te onderbreken om Willem behulpzaam te zijn op zijn zoektocht naar okerhoudend zand. Hij verwees naar een landweg buiten het dorp, waar in een flauwe bocht een beekje de weg vochtig maakt. Daar loopt een pad het bos in. Na enkele meter is een rotswand zichtbaar waarin zich rijke okerlagen bevinden.
Doofstomme vrouw
Eddy, de innemende landgenoot, verwees bovendien naar de abri die in de rots bij de okervindplaats gevonden kon worden, na een klautertocht door het struikgewas. Het was niet de Cro Magnon die daar had geleefd, maar een stokoude doofstomme vrouw, die daar haar laatste levensjaren gesleten had. Niemand wist iets over haar achtergrond of kende zelfs haar naam. Ze leefde op wat de natuur haar schonk aan paddenstoelen, bessen en kastanjes, aangevuld met de melk van haar geiten. En Willem wist niet wat hem meer raakte. Het ontdekken van die verborgen schuilplaats of het vinden van okers in de rots.
Wijze leermeester
Tenslotte nodigde Eddy, Bep en Willem uit om te komen kamperen op het landgoed, waar hij werkzaam was, als assistent van een leermeester die oude oosterse wijsheden onderwees verpakt in een “geheel verzorgde werkweek” voor spirituele zoekers. Een uitnodiging die door Willem en zijn Beppie met beide handen werd aangegrepen. Meer daarover in een volgende aflevering.