Het moet niet gekker worden (4) : een seconde van zien

Het moet niet gekker worden (4) : een seconde van zien

Een blog voor mijzelf. Gekker moet het niet worden. Ik ben in gesprek met Daan V. Het liefst doe ik dat  in de vorm van een interview. Ik stel kritische vragen aan Daan V. en ben benieuwd naar zijn antwoorden.

I(nterviewer):”Daan, nu je in de vorige afleveringen je twijfels het geuit bij de wereldreligies en vervolgens ‘de spirituele markt van welzijn en geluk’ onder kritiek stelt, ben ik wel erg benieuwd naar wat jouw eye-opener is geweest in wat je ‘de zoektocht’ naar essentie’ noemt. Ben je nu eindelijk zo ver om daar iets over te onthullen?”

D(aan):”Dank voor jouw geduld. In mijn werk merk ik nog steeds teveel woorden nodig te hebben om tot de kern te komen. Buurtbewoners wezen mij daar onlangs nog op. Te vaak gebruik ik taal als een soort bezweringsformule, alsof ik mensen ergens van moet overtuigen. Dat is beroepsdeformatie. Je wordt als professional geacht om ‘veranderingsprocessen’ in gang te zetten, terwijl ik op essentieniveau weet de regie al lang niet meer in handen te hebben”.

I.: “Mooi verwoord, maar….?”

Niet de woorden, maar de aanwezigheid..

D:”Het waren niet de woorden, maar de aanwezigheid van twee leerlingen die mij raakten, toen ik als HBO-docent in een lesgroep terecht kwam die door collega’s uit angst werd gemeden. Binnen de ontspoorde democratisering van het onderwijs in de jaren ’80 van de vorige eeuw had deze groep haar eigen spoor uitgezet. Toen een docent overspannen vertrok werd ik op de groep gezet. Wat heb ik daar genoten.

Twee leerlingen waren in hoge mate bepalend voor een groepsdynamisch klimaat met een hoog onderling acceptatieniveau van alle deelnemers. Ook de ‘zwakke broeders’ werden binnenboord gehouden. Zo leerde ik Jan en Tim kennen. En werd ik van leraar een leerling, toen ze mij uitnodigden voor een weekendconferentie van ene Wolter Keers, omdat ik voor de klas wel eens blijk gaf van enige interesse in oosterse filosofie.

Flirt met spiritualiteit

Mijn flirt met spiritualiteit werd voorafgegaan door een chaotische zoektocht in de meest uiteenlopende richtingen met als doel om verankering in het leven te vinden. Als introvert jochie van 18 jaar uit de provincie had ik aanvankelijk de grootste moeite om mijn hoofd in Amsterdam boven water te houden. Wipte van christendom naar existentialisme, van atheïsme naar anarchisme, kwam terecht in de beginnende kraakbeweging, deed mee aan harde acties tegen bedrijven die de Vietnam oorlog steunden en kon uiteindelijk mijn maatschappelijke betrokkenheid ( lees: woede) kwijt als jeugdonderzoeker in twee ‘aso’ buurten in Amsterdam Noord. Ondanks die moeizaam verworven maatschappelijke verankering bleef de vraag naar wie of wat ik in ben knagen. Dat geknaag drukte ik weg door veel te werken, weinig thuis te zijn, mij dienstbaar op te stellen en af en toe boekjes te kopen over oosterse filosofie, waar ik alleen de achterflap van las”.

Een seconde

I: “Daan, hoor ik tussen de regels door dat je eigenlijk wanhopig was, ondanks het feit dat je een maatschappelijke identiteit gevonden had?”

D:”Absoluut, maar het voelen daarvan was taboe, omdat er de dreiging van een diep zwart gat vanuit ging. Het was een periode dat ik in mijn werk de sterke jongen speelde die in alles was gericht op het ontkennen van mijn kwetsbaarheid en twijfel.

Pas veel later zou ik in de analyses van Jung het begrip ‘persona’ tegenkomen, het masker dat de mens draagt omdat de schaduwkant niet getoond mag worden “.

I: ”Ha, en dat maakte je natuurlijk ontvankelijk voor een nieuw avontuur, zoals je eerder van de ene naar de andere ideologie was gehopt?”

D:”Ja, mogelijk, maar met een nuance. In mijn wanhoop was ik ooit midden in mijn huiskamer gaan staan en had hardop gebeden tot een onbekende schepper, waarvan ik niet eens wist of die wel bestond, met de volgende woorden: “Ik weet niet wie of wat u bent, maar als u mij kunt horen dan heb ik slechts een verzoek. Ik hoef niet rijk of gelukkig te worden, hoef geen nieuwe vriendin of een andere auto, maar vraag u mij een seconde te laten zien wat mijn essentie is van mijn verblijf hier op aarde. Dat is wat ik u vraag”.

Geen woorden

I:”En dat gebed is verhoord?”

D:”Ja, en meer dan dat omdat die seconde bleek te staan voor een Nu zonder een  verleden of toekomt, dat eeuwigheidswaarde heeft en waarvoor woorden tekort schieten. Zie hier de relativiteit van alle teksten, die hoogstens verwijzen, maar nooit in staat zijn om dat wat ik ‘Ben’ weer te geven”.

I:”OK, er is iets in jouw zoektocht dat me raakt. Daar wil ik graag op doorgaan”

 

 

 

Reacties

Reacties