Het moet niet gekker worden(5) : ontmoeting met Wolter Keers

Een blog voor mijzelf. Gekker moet het niet worden. Ik ben in gesprek met Daan V. Het liefst doe ik dat in de vorm van een interview. Ik stel kritische vragen aan Daan V. en ben benieuwd naar zijn antwoorden.
I(nterviewer):” In het vorige gesprek vertelde je dat twee leerlingen uit het HBO je uitnodigden voor een weekendconferentie van Wolter Keers, die het non-dualisme in Nederland introduceerde. Hoe was dat voor jou ?”
D(aan): “Voorafgaand aan die ervaring, moet ik het beeld schetsen van de vermoeidheid die ik destijds voelde rond de zoektocht naar zingeving, nadat ik de nodige richtingen had verkend. Die hadden hoogstens een tijdelijke zeggingskracht en werden dan weer vervangen door een nieuwe richting of identiteit. Zo kwam ik van de christelijke kerk in de ‘linkse kerk’ terecht om te constateren dat de dogma’s weliswaar inhoudelijk verschilden, maar in hun werking niet in hypocrisie voor elkaar onderdeden. In een dagboekaantekening uit die tijd kwam ik onlangs de tekst tegen:”Ik wil geen goedkope ideologie meer voor de duur van een dag. Laat mij zien wat mijn essentie is, nu en voor altijd ”.
Levensvragen
I.: “Dat lijkt een herhaling van dat gebed dat je ooit in het midden van jouw kamer deed. En bij Wolter Keers viel het kwartje? Daar werd jouw gebed verhoord?”
D:”Vergis ik mij of hoor ik een wat cynische ondertoon in jouw vraag? Nee, mijn gebed werd niet direct verhoord, het was eerder het begin van lange en pijnlijke weg om thuis te komen in mijzelf. Maar het zaadje werd ontegenzeggelijk door Wolter geplant, al kan in niet zeggen dat het direct in een vruchtbare bodem viel. Daarvoor contrasteerde zijn benadering teveel met de bril waarmee ik naar de wereld en mijzelf keek. Terwijl ik paradoxaal genoeg besefte eindelijk iemand ontmoet te hebben die mij antwoord gaf op levensvragen die ik niet eens hardop durfde te stellen”.
I:”Wat ervoer je precies bij Wolter Keers?”
Vermoeide, gedistingeerde heer
D:”Van non-dualisme of advaita-vedanta had ik nog nooit gehoord. En toen Wolter de zaal binnenkwam zag ik een lichamelijk vermoeide, gedistingeerde heer, die ietwat gebogen liep, terwijl ik in mijn arrogantie dacht :”Dan ben je al zo oud en dan nog steeds op zoek naar wat oosterse wijsheid”.
Die man nam plaats op de lege stoel in de cirkel van de aanwezigen, verwijlde even in stilte en begon te spreken. Het waren niet alleen zijn woorden die mij direct raakten, maar eerder de transformatie in zijn aanwezigheid, zijn ogen, de kleine gebaren en de ingetogen autoriteit die er van hem uitgang, die mij direct fascineerde. Hij daagde mij uit niets te geloven van wat hij zei, maar om zelf te onderzoeken wat zijn woorden betekenden. En dat alles met een milde ironie, een rijk en erudiet taalgebruik en een helderheid die mij het gevoel gaf dat hij recht door mij heen keek. Dat was ook een angstige ervaring.
I.: “Om het scherp te stellen: zijn dat niet kwaliteiten die je ook tegenkomt bij charismatische personen die het groepsdynamische vermogen hebben om mensen te laten geloven dat hun redding nabij is, waardoor zij geheel in de ban raken van een soort collectieve verdwazing ?”
D:”Ik weet waar je op doelt, maar hier gebeurde eerder het tegenovergestelde. Hier werden geen zieltjes of volgelingen geworven, maar werd je uitgedaagd om zelfonderzoek te doen met de inzichten die Wolter aanreikte. Nu wil je natuurlijk weten welke inzichten dat waren. Maar dan verwijs ik je naar de boeken die hij heeft nagelaten, terwijl er ook nog beelden te vinden zijn van de bijeenkomsten die er destijds werden georganiseerd”.
I.: “Dat klinkt wat defensief, heb je een reden voor die terughoudendheid?”
D:”Ja, ik ben geen leraar. Moet er ook niet aan denken. Na Wolter is de belangstelling voor het non-dualisme in Nederland enorm gegroeid. De leraren tuimelen bijna over elkaar heen, er zijn hele boekenkasten te vullen met hun boeken.
Het is geen kerkgenootschap of een beroepsgroep met een keurmerk. Je claimt verlichting en gaat vervolgens aan de slag met bijeenkomsten, satsangs genoemd, en bouwt zo enige clientèle op. Dan ontstaat er vanzelf ook een richtingenstrijd rond de vraag wie het juiste inzicht heeft. Het is net zoals het in de kerkgeschiedenis het geval was.
Het is ook een domein waar je gemakkelijk in verdwaalt. Ik blijf er buiten. Ik kan het alleen maar hebben over wat er in mij werd aangeraakt en hoe de zoektocht naar essentie langzaam wortels kreeg. Nogmaals iedere weg is uniek”.
I.: “Dat klinkt allemaal wat gecompliceerd. Welke boeken van Wolter kun je mij dan aanraden?”
D.: “Kijk maar bij uitgeverij Samsara, die heeft zijn werk in herdruk uitgebracht. Maar besef dat de advaita-vedanta geen vrijblijvend filosofietje is. Het zet jouw wereld op z’n kop en kom je op de snelweg naar het Inzicht, dan is er geen weg terug. Daarin was Wolter destijds heel duidelijk”.
I.: “Het klinkt als een avontuurlijke reis, die niet zonder gevaar is”.
D.: “Ja, maar met een kanttekening dat de reiziger nooit aankomt bij zijn bestemming, omdat deze al bereikt was voordat de reis werd ondernomen. En dat is het taaiste gegeven waarmee je te dealen hebt, temeer daar het denken dat zo verweven is met het ego het niet aankan en dus in alle toonaarden gaat protesteren”.
I.:”Ja, hoor, lekker wel. Voor mij klinkt dit als mystieke oosterse prietpraat, daar kan ik geen chocolade van maken”.
D.:”Precies, de kop boven dit interview luidt ook niet voor niets: “Het moet niet gekker worden”. Dus kunnen we nu stoppen met het interview. Net wat je wilt !”
I.: “Nee dat voelt onaf. Laten we het hebben over wat jouw weg was, die begrijp ik helemaal geen weg is geweest. Ik hoor het mijzelf zeggen en krijg er de kriebels van!
D.:”Ha, ha ,kijk maar uit , want voor je het weet blijft het jeuken.”