Het moet niet gekker worden (7): Toneelstuk

Het moet niet gekker worden (7): Toneelstuk

Een blog voor mijzelf. Gekker moet het niet worden. Ik ben in gesprek met Daan V. Het liefst doe ik dat  in de vorm van een interview. Ik stel kritische vragen aan Daan V. en ben benieuwd naar zijn antwoorden.

D(aan) : “Ha, je bent er nog. Dus neem ik aan dat het gesprek wilt voorzetten?

I( nterviewer): “Ja, maar het komt mij allemaal zo irrationeel over. Jouw persoonlijke verhaal over de zoektocht naar de betekenis van jouw leven, vind ik boeiend. Maar dan ga jij mij vertellen dat jouw ultieme antwoorden op levensvragen helemaal niet liggen op het niveau van de persoon. Begrijp ik dat goed?”

D.: “Bingo”

I:”Dus heb ik te maken met een ‘believer’, iemand die klaarblijkelijk in het proces van zelfkennis ontdekt dat je als persoon of ego niet veel verder komt in het leven en als reactie daarop, na vele omzwervingen, het maar gaat zoeken buiten zichzelf?  Is dat geen  spirituele vervreemding”.

D:” Mooi woord, vervreemding. Het is inderdaad een vreemde en verre zoektocht, ver buiten het ‘ding’, het ego, dat zo op zoek is naar vrijheid en liefde. Om terecht te komen in ‘Dat wat geen naam heeft’, maar altijd aanwezig Is voor een ‘liefdevolle overname’ als je daar met heel je hart om vraagt.

Dat is een totale omkering van wat we als realiteit beleven. Niet vreemd dat je gaat steigeren. Daar komt nog bij dat de werking van ‘Dat wat geen naam heeft’ niet met taal te vatten is. Vandaar de eindeloze reeks metaforen die je in de boekjes van advaita-auteurs tegenkomt.

De mooiste boektitel die ik trouwens ken luidt:  ‘Al ziende de onzienlijke’, van Han Formann, een priester en godsdienstpsycholoog.

I.: “ Wel lekker, hoor. Je kunt het ook zo stellen: je houd me een worst voor, maakt me lekker met iets als ultieme vrijheid en zegt vervolgens dat er geen woorden zijn om die worst te scoren ”

D.:”Precies, omdat we blijkbaar geneigd zijn die ‘worst’ altijd buiten ons zoeken of te projecteren. In religie, een nieuwe liefde of materieel succes. Voor een belangrijk deel was mijn zoektocht niets anders dan het ontdekken dat de vrijheid die ik Ben al geheel binnen mijZelf aanwezig is, maar dat ik eerst alle brillen waarmee ik naar de wereld en mijzelf keek kwijt moest raken. Een proces van het loslaten van alle conditionering. Tot ook de regie werd losgelaten, of beter: werd afgepakt en ik eindelijk mocht gaan zien wat ik Ben. Dat wordt ook bedoeld met de metafoor dat er helemaal geen weg is, omdat aan het eind van een vermeend proces ontdekt mag worden dat je altijd al in de goddelijke woning gewoond hebt. Het gezochte kan niet gevonden worden omdat het al aanwezig is. Is dat niet prachtig, alleen al die gedachte is troostrijk? “

I.:”Ja, maar, plaats je jezelf dan niet geheel buiten alle gangbare opvattingen over hoe de wereld, de samenleving en het individu in mekaar zitten”.

D.:”Absoluut. Dat wordt een groot toneelstuk en daar speel je gewoon in mee, hoogstwaarschijnlijk in de bijrol van figurant zonder veel tekst. Dit om te voorkomen dat je steeds voor gek wordt uitgemaakt”

I:”En in jouw werk dan, waarin je je richt op mensen die het maatschappelijk slecht getroffen hebben? Zie je dat ook als toneel?”

D.:”Ach, vroeger had ik de arrogantie om te denken iets te kunnen veranderen in die levens op basis van mijn verontwaardiging over ongelijke kansen. Nu kan ik alleen maar aanwezigheid bieden en aandacht hebben voor hun verhaal. En als bewoners ontdekken dat in veel van die verhalen steeds gezamenlijke thema’s zitten is dat een opstap naar een aanpak waarin samen leven en samen werken aan verbeteringen hen krachtiger maakt’.

I.: ‘”Staat dat dan helemaal los van jouw ‘spirituele ontdekking?”

D.: “Daar houd ik mij niet mee bezig. Je sluit aan bij het bewustzijnsniveau van de spelers in het toneelstuk. En bent niet verantwoordelijk voor de resultaten. Maar opmerkelijk genoeg zijn die vaak beter dan voorheen, toen er nog door mij geacteerd werd op basis van vastomlijnde overtuigingen over hoe het allemaal beter kon ”.

I.: “En heeft dat dan enige betekenis binnen jouw zogenaamde zijn?”

D.:” Grappig dat je dat vraagt. Daar sta ik zelden bij stil. Ik doe gewoon waar ik goed in ben, kan er van genieten en soms van balen en ga weer naar huis. Het is zoals een Zen monnik beschreef; “Voor de verlichting: hout hakken en water dragen. Na de verlichting: hout hakken en water dragen”. En dat graag zonder de term verlichting, want die levert alleen maar één grote bron van verwarring op “

I.:”Sorry maar nu begrijp ik er helemaal niets meer van. Dat hele advaita-gedoe gaat toch juist om verlicht te worden?”

D.:”Dat is een misvatting. Ik heb nog nooit een verlichte persoon gezien. Het is de persoon of het ego die daarvan droomt. Maar de ultieme ontdekking is dat je de Vrijheid en de Liefde bent, maar dat (nog) niet hebt ontdekt. Terug naar Wolter Keers. Toen hem eens werd gevraagd naar hoe hij naar mensen keek zei hij: “Ik zie alleen maar licht, bij sommigen heel sterk, bij anderen wat minder”. Daarbij gaat het dus niet om persoonlijke kwaliteiten, maar om dat wat mensen universeel delen, vaak zonder dat dit in hun bewustzijn verankerd is. Voor mij is dat wat Carl Jung het ‘universele bewustzijn’ noemt.

I.:”En wat heeft het jou gebracht? Ben je er gelukkiger van geworden?”

D.:”Dat weet ik niet, ik kan vroeger en Nu niet vergelijken. En in mijn gebed destijds aan de grote Onbekende heb ik niet gevraagd om geluk, maar om voor eens en altijd te mogen zien wat mijn essentie Is. (Met een glimlach): je moet dus wel weten waar je om vraagt”.

I.: “En wat koop je daarvoor?.

D.: “Ogenschijnlijk niets aan de buitenkant: het blijft hout hakken en water dragen. Maar binnen is het stil en overheerst vrede en dankbaarheid. Het wonderlijke is dat ik weet dat die essentie altijd aanwezig is, ook als ik het niet direct ervaar”.

I.:”Dus als persoon ben je er niets mee opgeschoten?”

D.: ‘’ Vrienden zeggen dat ik veranderd ben. Daar ben ik niet mee bezig. Het is eerder een prettig bijproduct. Daar gaat het in de kern niet om. Verwacht dus geen spectaculaire doorbraken. In het toneelstuk heb ik het gevoel dat het leven van dag tot dag er eerder saaier op geworden is ”

I.: “Heel verwarrend allemaal, maar hou maar op met die verheven teksten waar ik weinig van begrijp. Ik ben meer geïnteresseerd in wat jij de weg noemt en die achteraf een illusie bleek te zijn. Wat kwam je op die weg allemaal tegen?”

D.:”Je hoopt op smeuïge verhalen uit de oude doos. En als verhalenverteller tuin ik daar natuurlijk in. Maar wat brengt het jou?”

I.: “Misschien maakt het mij duidelijk met wie ik te doen heb?”

D:”Je kunt beter een spannend jongensboek gaan lezen”

 

 

 

 

Reacties

Reacties