Het moet niet gekker worden (10): Een aureool van vermeende verlichting

Het moet niet gekker worden (10): Een aureool van vermeende verlichting

Een blog voor mijzelf. Gekker moet het niet worden. Ik ben in gesprek met Daan V. Het liefst doe ik dat  in de vorm van een interview. Ik stel kritische vragen aan Daan V. en ben benieuwd naar zijn antwoorden.

 D(aan): ‘Ha, ik zie dat je niet vertrokken bent, ondanks mijn poging dit gesprek te beëindigen. Wat wil je nog meer weten?

I(nterviewer): ‘Ik constateer dat ik aanvankelijk de kritische onderzoeker was, maar dat in het verloop van het gesprek jij het bent die oordeelt of het nog zin heeft met mij verder te praten’.

D.:’En dat is jouw eer te na?’

I.:’Het is meer dat het gesprek onaf voelt. Want het belangrijkste moet nog komen. Ik wil weten wat jij als mens heb gehad aan dat Advaita-verhaal, zonder al die wollige teksten over Zijn en Bewustzijn. Ik vind ‘er mogen zijn’ al een hele prestatie, daar hoeft dan voor mij helemaal geen aureool van verlichting omheen’.

D.: “En ik wil juist dat aureool van verlichting, als zou dat iets heel bijzonder zijn, weg halen, door te stellen: niets bijzonders, dit is je natuurlijke staat, die je weliswaar kwijt bent geraakt, maar die niet kan wachten om ‘de tent’ weer over te nemen’. En dat begint om met Wolter Keers te spreken met zelfonderzoek waarin de vraag : Wat Ben ik, en dan zonder ‘ik’ , centraal staat.

Dan is het fijn als je een leraar of mentor vind, die als ‘ervaringsdeskundige’ bereid is naar alle domme- want op het persoonsniveau gerichte- vragen te luisteren. Die zich laat gebruiken als een soort ‘verlicht projectiescherm’, als het goed is zich tegenstribbelend op een troon ziet gezet door volgelingen die zich slijmerig gaan gedragen en constant om aandacht bedelen, terwijl hij of zij alleen maar Zichzelf ziet in en als de ander,omdat er geen ander Is en geen enkel persoonlijke gewin wenst te halen uit de eenzaam makende hiërarchische positie waarin hij of zij wordt gemanoeuvreerd”

I.: “Je stelt wel hoge eisen aan die gasten’

D.:’Ja, moet wel want er is geen keurmerk. Het is ook geen beroep, zij het dat de commercie zich ook op dit gebied aardig heeft aangediend. Er moet betaald worden voor lezingen en cursussen. En daarmee vormt het een integraal onderdeel van de spirituele markt in welzijn en geluk”

I.:’Daar ben je geen voorstander van?’

D.: “Het is wat het is. In principe vind ik wel dat het Inzicht dat zich gratis en voor niks heeft voltrokken in een leraar of coach ook belangeloos moet worden doorgegeven. Het is geen persoonlijke verdienste dus hoeft er ook geen financiële verdienste aan te worden gehangen. Maar ja, iemand die zich er fulltime mee bezig houdt moet wel eten en is dus afhankelijk van de giften”.

I.: ‘En heeft het jou handen vol geld gekost?’

D.: ‘Ja en nee, het onderricht was gratis, maar ik heb wel een flinke  financiële bijdrage geleverd aan de stichting van een Advaita stiltecentrum in Zuid Frankrijk. Qua Inzicht een ‘goede investering’, zakelijk niet echt een succes en ooit een potentieel bedreigende factor in het contact met de leraar die er is blijven wonen”

I.:’Je maakt mij nieuwsgierig?

D.:’ Ongetwijfeld, maar wat zich tussen een leraar en een leerling afspeelt is niet iets om aan de grote klok te hangen. Zie het maar als een integraal onderdeel van mijn leerproces dat meer leek op een ont-leerproces omdat ook ik niet ontkwam aan de projecties die ik op mijn vriend en leraar plakte.

Om het scherp te zeggen: ik kocht mij  financieel in om dicht bij hem te zijn, in de verwachting dat ‘verlichting’ dan gemakkelijk binnen het bereik kwam. Hoe naïef kun je zijn. Maar gezien mijn jaren ’60 mentaliteit waarin ik geen autoriteit boven mij dulde was het voor hem en mij geen eenvoudige situatie. Psychoanalytisch kwam daar nog bij dat ik mijn leraar in de onvermijdelijke ‘ psychologische overdracht’ ook nog onbewust als vader ging beschouwen. Een vader die ik vroeger emotioneel had gemist. En hem vervolgens ging uittesten op zijn aanwezigheid,  betrouwbaarheid en onvoorwaardelijke inzet voor mij. En mooi niet kreeg wat ik wilde afdwingen.

Kortom ik heb in Zuid Frankrijk alle hoeken van de kamer gezien. Dat was een heel pijnlijk proces, maar gezien de goddelijke regie precies wat daantje nodig had.

Met als krankzinnige apotheose de laatste discussie met mijn leraar over financiën , waarbij ik midden in het gesprek voor het eerst als bij een donderslag zag wie of wat ik Ben. Op dat moment werd een oud gebed verhoord, waarin ik de grote Onbekende vroeg mij voor een seconde, die altijd duurt, te laten zien wie of wat ik in essentie Ben’.

I.:’Mooi om te horen dat midden in een woordenstrijd het dubbeltje valt. Was daarna de relatie van leraar-leerling over?’

D.:’Grappig dat je dat vraagt. Nee, zo werkt het niet. Na het Inzicht omtrent wie je Bent begint waarschijnlijk het meest moeizame proces. Althans dat lijkt zo.

Gelukkig kreeg ik er een leraar bij. Iemand die helemaal geen leraar wilde zijn, maar als vriend met milde wijsheid en een bijna terloopse opmerking mij geestelijk voedsel kon geven voor maanden. Jongen, jongen, wat is dat genade om zulke vrienden te mogen ont-moeten. Vrienden die elkaar geweldig aanvullen. Om het in beeldhouwers termen te zeggen. Bij de eerste leraar was het hakken en puin ruimen, bij de tweede werd er gepolijst’.

I.: ‘Ha, ik begrijp nu dat het proces voor jou na dat heftige inzicht nog niet was afgelopen?. Kun je dat uitleggen in normaal Nederlands?’

D.:”Ja hoor, daar gaan we weer! Vosskühler, maak er maar weer een nieuw verhaal van. Dat doe je slim, daar waar ik net dacht ‘genoeg is genoeg!”

 

 

 

Reacties

Reacties