Bestuurlijke vernieuwing: Hoe zit het met die stip aan de horizon?

Het is alweer een paar jaar geleden. Met een bus gingen wethouders, ambtenaren en ‘betrokken’ burgers’ naar een landelijke manifestatie in Den Bosch waar het burgerinitiatief hoog in het vaandel werd gehesen. Op de heenreis voorzag de kersverse wethouder het gezelschap van wat peptalk. Zij schetste het beeld van het nieuwe beleid van de lokale overheid die in het kader van ‘bestuurlijke vernieuwing’ daar waar dat kon de regie zou loslaten. De burger was aan zet !
Met als illustratie een wat rammelende metafoor van de ‘stip aan de horizon’ waar gemeente en burger naar op weg waren. De gemeente als groot vaartuig met daaromheen de burgerinitiatieven in de vorm van kleine loodsbootjes, die volgden en bijstuurden. Even doemde het beeld op van een haai die omgeven wordt door ‘loodsmannetjes’.Vissen die zich voeden met de parasieten van haaien. Maar in de euforie van het “Samen maken we de stad’ duwde ik dat beeld snel weer weg.
Inmiddels zijn we vier jaar verder en vraag ik mij af of de ‘stip aan de horizon’ inmiddels dichterbij gekomen is, zodat er meer zicht ontstaat op hoe het verre land aan de horizon er precies uitziet.
Waterschade
Mijn bootje heeft inmiddels rechtsomkeer gemaakt. Het maakte water nadat het geramd was door een ambtenaar die zonder kennis van zaken denkt een succesvol project te kunnen overnemen. En tel ik de zegeningen van de terugkeer naar een veilige haven waar ik ontslagen ben van welke poging dan ook de zigzag koers van het moederschip verder te volgen en waar mogelijk bij te sturen.
Om op afstand te constateren dat de contacten tussen gemeente en betrokken burgers de afgelopen jaren ontegenzeggelijk zijn geïntensiveerd. Initiatieven als ‘Het nieuwe samenwerken’ werden omarmt door de gemeente, burgers maakten een gebiedsplan voor na de sloop van een ziekenhuis, buurthuizen werden geprivatiseerd, in het welzijnswerk mocht de burger aan de bak, actieve bewoners werden – mede- verantwoordelijk voor het maken en uitvoeren van wijkplannen en subsidies voor lokale bewonersinitiatieven werden verruimt.
Op stoom
Kortom het heeft er alle schijn van dat het moederschip aardig op stroom gekomen is. Maar het rammelt in de machinekamer en het kompas is dringend toe aan revisie.
Dat heeft deels te maken met de ondoorzichtige structuur en werkwijze van de gemeente met een Raad die beter is in het verbaal beslechten van politieke vetes dan het intensief controleren van beleid. Met ambtenaren die onaantastbare machtsposities hebben en wethouders die moeite hebben om hun ambtstermijn te overleven. Met afdelingen die niet in staat zijn tot samenwerking, omdat het eigen belang steeds prevaleert.
Met fraaie innovatieplannen en beleidsintenties aan de voorkant, die aan de achterkant weer worden uitgekleed door rigide juristen omdat de gemeente bang is voor nieuwe ‘affaires’ die breed worden uitmeten in de tendentieuze plaatselijke pers. Zo wordt de wens om daadwerkelijk te experimenten met bestuurlijke vernieuwing in de kiem gesmoord.
Ingekapseld
Natuurlijk ligt de bal niet eenzijdig bij de overheid. Ook rond het manoeuvreren van de loodsbootjes hapert het een en ander. De smalle elite van ‘actieve bewoners’ die meebeweegt naar ‘de stip op de horizon’ heeft zich niet of nauwelijks verbreed. Zij hebben vooral hun eigen toko ontwikkeld, met alle daarbij behorende (subsidie) belangen. Ze zijn zonder het te beseffen ingekapseld binnen de systeemwereld van de overheid en raken geïsoleerd van hun achterban. Op die wijze kan er op onderdelen succesvol worden geëxperimenteerd zonder dat dit breder bestuurlijk geïntegreerd wordt in duurzaam beleid.
Slechtziendheid
Daadwerkelijke ‘bestuurlijke vernieuwing’ is een taai gegeven in ons land. Dat heeft alles maken met de enorme gelaagdheid aan belangen en de complexiteit van structuren die een eigen leven zijn gaan leiden. Dan is het te gemakkelijk primair de spelers als exclusieve schuldigen van dit falen aan te wijzen.
Eerder lijkt er sprake te zijn van collectieve slechtziendheid die is ontstaan door het intensief staren naar een stip aan de horizon. Want als je daar maar lang genoeg naar kijkt, wordt deze vanzelf groter.