‘Armoede is big business’

‘Armoede is big business’

Het is bij een bijeenkomst voor therapeuten en coaches, dat een onberispelijk geklede, zeer verzorgde dame opstaat om een nieuw initiatief te introduceren dat wat meer geluk wil brengen in de levens van arme mensen. We kunnen ons digitaal aanmelden met een gratis verstrekte dienst die vervolgens zal worden aangeboden aan de arme cliënten van de voedselbank.

Het eerste beeld dat ik bij de presentatie van de dame krijg is hoe er op haar gereageerd zal worden als ze een niet-digitale opwachting zou maken in het complex woningen waar ik werkzaam ben en waar armoede een vaste bezoeker is:  “Jongens kom snel kijken de koningin is gekomen’.

Om vervolgens mijn weerstand te onderzoeken, temeer daar er geen twijfel is over de oprechte intentie van de betreffende dame om daar waar nood is te helpen.

Stadsgetto

En ben ik terug bij Francis, een zwarte activisme uit een Amerikaanse stadsgetto die mij ooit als gedreven ‘deskundige in de kansarmoede’ binnen dertig minuten met beide benen op de grond zette: ”Poverty is big business”.

Zij schetste het beeld van huizenbezitters, directeuren en medewerkers van hulpverlenende instellingen, arbeidsbureaus en gevangenissen, banken, incassobureaus en schuldhulpverleners die de overheidssubsidies voor armoedebestrijding opstreken terwijl de armen alleen maar armer werden. Het was de middle class die met ogenschijnlijk geëngageerde intenties de armoede in stand hield  op basis van een goed belegde boterham als verlengstuk van de repressieve overheid die maatschappelijke ongelijkheid als gegeven én verdienmodel beschouwde.

Met iedere gratis verstrekte maaltijd of slaapplek werden de armen en daklozen bevestigd in hun machteloosheid en afhankelijkheid, acteerden ze dankbaarheid daar waar ze van binnen geheel andere gevoelens hadden.

Misselijk makende analyses

Francis was echter niet blijven hangen in misselijk makende analyses, maar aan de slag gegaan in haar getto. Met arbeid- en woonprojecten van en voor armen werd gewerkt aan kansen, zelfbewustzijn en trots. Daarbij werd de middle class ingeschakeld, door deskundigen uit te nodigen hun kennis en vaardigheden over te dragen aan gettobewoners en kansen te scheppen door jongeren een arbeidsplek te geven binnen hun ondernemingen.

Maar in alles lag en bleef de regie bij bewoners. Om in actuele maatschappelijke termen te spreken: hier werd in ‘zelfredzaamheid’ geoefend in een optima vorm.

Pannetje soep

En hoewel er een vertaalslag nodig is om de extreem groeiende verslechtering aan de onderkant van de Amerikaanse samenleving te leggen op de armoedebestrijding in Nederland, zie ik duidelijke parallellen.

Het leger aan welzijnswerkers, hulpverleners, arbeidsconsulenten, cliëntmanagers van sociale diensten, schuldhulpverleners en beleidsambtenaren, aangevuld met de ‘pannetje soep’ brengende particuliere initiatieven bevestigen vooral de afhankelijkheid en kansloosheid van de moderne arme in Nederland.

Dat is een gegeven en het vormt het vertrekpunt voor het nadenken over wat er werkelijk nodig is om de slogan ‘gelijke kansen voor iedereen’ te ontdoen van de verhullende ideologische werking.

Subsidie ruif

Ik kan het weten, want ook ik eet ook uit de subsidieruif die is opgetuigd om er voor te zorgen dat de onderkant niet teveel afglijdt en daarmee systeembedreigend wordt. En mocht voor de duur van een tijdelijk project het vertrouwen in de ‘eigen kracht’ van bewoners ‘empoweren’ in de hoop dat ze in staat zijn beter voor hun eigen belangen op te komen. Zonder in staat te zijn om het perspectief op een beter leven in de vorm van een goede opleiding of een betaalde baan dichter bij te brengen. Na mij mag een parttime welzijnswerker het weer een tijdje gaan proberen en daarna..?

Mensen als Francis

De samenleving heeft mensen als Francis hard nodig, die betrokken middle class professionals de ogen opent, die de verhullende cultuur van ‘het willen helpen’ bloot legt en de maatschappelijke clichés rond ‘zelfwerkzaamheid’ doorbreekt door consequent op zoek te gaan naar de kracht binnen de eigen gemeenschap. Dat is een proces van vallen en opstaan.

En daarbij is de inzet van onberispelijk geklede, zeer verzorgde dames welkom, mits deze pas komen opdraven als ze daartoe worden uitgenodigd. Want van al die ongevraagd aangeboden ‘pannetjes soep’ wordt niemand echt wijzer!

 

Reacties

Reacties