Groot vakantieleed

Het meest lachwekkende dat ik de afgelopen week op de TV zag, was een kort bericht over het Griekse eiland Santorini, dat ongekend populair is bij het toeristische publiek. Het kleine eiland zou kraken en steunen onder bootladingen toeristen. Ezels die nog grotere en zwaardere ezels de steile straten van de hoofdplaats op moeten dragen bezwijken onder hun last. Inmiddels is er een heuse actiegroep opgericht om deze vorm van dierenmishandeling een halt toe te roepen. De vraag is om welke dieren het daarbij gaat.
Selfie van een zonsondergang
Dat de mens bovenaan in de hiërarchie van het kudde-instinct staat wordt duidelijk bij de beelden over het collectief aanschouwen van de zonsondergang. Het romantische of misschien wel spirituele schouwspel van de koperen ploert die langzaam verdwijnt achter de horizon boven een strak getrokken blauwe zee is verworden tot het elkaar verdringen om toch vooral maar het ultieme selfie te kunnen maken. Er wordt nog net niet met selfie-sticks gemept, maar lang zal dat waarschijnlijk niet meer duren.
Voor de lokale bevolking voelt deze invasie heel dubbel. Toerisme is de krachtige motor waar de plaatselijke economie op draait, zeker nu veel Grieken moeten overleven op een bestaansminimum, maar de overkill aan bezoekers gaat ten koste van de sociale en culturele eigenheid van de plek. Iedere Amsterdammer kan je uitleggen hoe dat werkt.
Grijze muizen campercultuur
Een ander fenomeen waar ik op z’n minst gezegd aan moet wennen is de campercultuur die stevig aan het oprukken is in ons land. Waren Nederlanders al toonaangevend in de de sleephutten-cultuur, de camper is het nieuwe domein van de grijze muizen die als babyboomers optimaal hebben geprofiteerd van de economie. Dat valt af te lezen aan de lengte en de inrichting van hun witte plastic huizen op wielen, die even weinig met kamperen te maken hebben als vliegen met een groeiend milieubewustzijn.
Steden en dorpen in Europa die graag een graantje mee willen pikken van het toerisme bieden in ijltempo gratis staanplaatsen aan, waar de moderne nomaden ‘s avonds hun TVschotels op het thuisland richten in een perfecte imitatie van het geprivatiseerde dagelijks bestaan.
‘We zijn er bijna’
Een deprimerende variant van bovenstaande vakantiecultuur vormt de groepsreis voor ouderen zoals in het populaire TV programma ‘We zijn er bijna’ wordt getoond. Ik heb een serieuze poging gedaan naar een aflevering te kijken, maar viel snel in slaap. De gedachte om aan zo’n evenement mee te moeten doen voelt zo ongeveer als de ergste straf die ik kan bedenken. Dat neemt niet weg dat deelnemers aan dergelijke reizen verbondenheid zullen ervaren, nieuwe contacten opdoen en bevrijd zijn van het puzzelen welke plekken en bijbehorende camping bezocht dienen te worden. Het is als de kant en klare magnetronmaaltijd of de koffie uit een Senseo.
Schaal van Tristesse
Een en ander leidde deze zomer tijdens een vakantie in een prachtig doch toeristisch nauwelijks ontdekt gebied tot het construeren van de Schaal van Tristesse. Maar daarover meer in een volgende blog.
Reis je alleen of in klein gezelschap, laat je de juichende reisgidsen in de kast, loop je door dorpen die nauwelijks op de kaart te vinden zijn, zoek je contact met de ‘mensen van het land’ dan krijg je beelden , hoor je verhalen die je bewust maken van het contrast tussen de euforie van het te gast zijn in een adembenemend decor en de soms bittere gelaagdheid van het leven dat zich daarbinnen afspeelt. Dan transformeer je van toerist in een reiziger. Een reiziger die geen beelden op een gsm hoeft op te slaan, maar deze zonder ‘bewerking’ direct binnen laat . Die geen selfie nodig heeft om te bewijzen een zonsondergang op Santorini meegemaakt te hebben, maar met open mond van verbazing de zonsondergang geworden is . Die verstilt in een tijdelijk bestaan dat heel ‘basic’ is.
Een bestaan zo simpel dat wij daar in onze complexe samenleving gemakkelijk aan voorbij gaan.
Reizen naar buiten wordt reizen naar binnen. Om tenslotte te ontdekken dat daar geen verschil tussen kan bestaan.