Aanraking in Coronatijd

Aanraking in Coronatijd

Er stopte een auto op korte afstand van het huis. Moeizaam gingen deuren open. Twee stokoude mensen kwamen, elkaar steunend, behoedzaam stap voor stap op de boerderij af aan het eind van het weggetje. Daar waar het bos begint. De vriendin waarbij ik logeerde veerde op van de veranda en begon enthousiast te zwaaien. Locatie: een dorp in de Charente in Frankrijk waar nooit iets gebeurt.

Vrijwillige quarantaine

Tijdens het leven in de Coronatijd duurde mijn vrijwillige quarantaine een paar maanden. Dat was bepaald geen straf. Het atelier op de begane grond van mijn huis was mijn redding. Mijn dochter deed de boodschappen. Hoogstens bezocht ik een groothandel in bouwmaterialen voor de kasten die ik timmer. Je rijd er met de auto naar binnen, laad wat je nodig hebt en verlaat via een slagboom het gebouw. Ook wandelde ik op een voetpad aan de rand van de stad waar je vrijwel nooit iemand tegenkomt.

Sociaal isolement

Mijn sociaal isolement deed me soms denken aan de korte periodes in het verleden die ik in kloosters verbleef. Een sobere kamer met slechts een bed, een tafel, een stoel. De vaste regelmaat van kerkdiensten. De bel voor het eten, af en toe en gesprek met een andere gast.

Door een prikkelarme omgeving krijgen de zintuigen rust. Als dank gaan ze verder open staan. Wordt het ervaren intenser, worden meer details zichtbaar en voelbaar, speelt het leven zich in een wonderlijke micro kosmos af. Die natuurlijke ‘weg naar binnen’, een neveneffect van het naleven van de regels voor een risicogroep voelt als een geschenk. Staat haaks op alle maatschappelijke onrust die het virus voor andere (beroeps)groepen veroorzaakt.

Oude boer

En toen was er de oude Nederlandse boer in het Franse dorp, die mij breed glimlachend tegemoet trad, zijn hand uitstak, de mijne stevig drukte en zijn naam langzaam uitsprak. Daarna kwam een wederzijdse schrikreactie in de trant van :”Oh jee, wat doen we nu” en moesten we ondeugend grinniken. Meer dan zestig jaar geleden was de boer naar Frankrijk verkast om als knecht te gaan werken bij een weduwe met zes kinderen op een pachtboerderij. Hij was er gebleven, met haar getrouwd en had een leven gezwoegd in de weerbarstige Franse natuur. Dat hij vrolijk drie keer achtereen hetzelfde verhaal vertelde, telde niet. Het was de band met zijn vrouw die me raakte. Twee mensen die het zo goed met elkaar hebben dat de harmonie van het samen Zijn er van af spatte. Voor hen was dit zondagse bezoek een uitje waar ze lang naar hadden uitgekeken. Zo worden kleine dingen groot in Coronatijd, worden er verbanden gelegd die mij voorheen ontgingen.

Gehandicapte jongen

En kom ik uit bij een ontmoeting van jaren geleden met een zwaar gehandicapte jongen: blind, niet kunnen lopen, niet kunnen praten, een ontwikkelingsniveau van ‘n eenjarige. Ik trof hem ooit in het atelier dat ik aan het opknappen was. Mijn boor en zaagmachine moeten als muziek hebben geklonken, wat hij kroop in mijn richting, hief zijn hoofd en imiteerde de geluiden. Ik voelde mij onwennig destijds en ging over op het spreken van geruststellende woorden. Vermoedelijk meer voor mijzelf dan voor hem.

Kerstdiner

Meer dan een jaar daarna was ik te gast op een kerstdiner, waar hij met zijn moeder verscheen. Hij herkende mijn stem en zware boorgeluiden makend kroop hij in mijn richting, legde zijn hoofd op mijn benen en kwijlde mijn broek onder. “Heb ik dat weer !”, ging er door mij heen, “Vrolijk kerstfeest”. Wel legde ik mijn hand op zijn rug en sprak ik zacht tegen hem. Toen gaf hij mijn zijn kerstgeschenk en kwam ik in zijn wereld terecht.  Een peilloze diepe stilte  Een totale Stilte, zonder woorden, gedachten of analyse. Later realiseerde in me dat mijn zoektocht naar essentie, die mij in contact bracht met spirituele leraren, mij nooit gegeven had wat ik bij deze zogenaamde gehandicapte knul ervoer. Was ik thuis gekomen, zonder het echt te beseffen. Een volmaakte kosmische grap.

Na afloop van het diner liep ik naar de moeder van de jongen om mijn ervaring met haar te delen. Ze keek me glimlachend aan en zei : “Ja, dat ken ik, hoe denk je anders dat ik het dag in dag kan volhouden?”

Reacties

Reacties