Actie JAN (2) : Jongeren komen in actie

Actie JAN (2) : Jongeren komen in actie

(foto: Actievoerende jongeren overhandigen de wethouder Jeugdzaken hun eisen, 1979)

Vanaf 1978 voltrok zich in Amsterdam Noord een klein wonder. Voorheen rivaliserende randgroepen begroeven hun strijdbijl en gingen samen actie voeren voor betere jeugdvoorzieningen in alle wijken van het stadsdeel. Daarbij gesteund door jeugdwerkers, actieve buurtbewoners en onderzoekers, die op deze wijze een informele jeugd basisinfrastructuur ontwikkelden.

De actie JAN was geboren. Op 28 maart 1979 stond een grote protestactie gepland bij het stadhuis van Amsterdam, waar vertegenwoordigers van alle jeugdgroepen hun eisen aan de wethouder Jeugdzaken zouden aanbieden. Het Jongerenstrijdboek Amsterdam Noord, dat in 1980 verscheen, doet verslag van deze actie. Daar staat het volgende in te lezen:

En toen gebeurde het ineens…

De demonstratie op het stadhuis op 28 maart 1979 zou om 7 uur ’s avonds beginnen. In de diverse actiecentra in Noord was besloten dat iedere groep afzonderlijk naar het stadhuis zou komen. Om 18.30 uur kwam de eerste ploeg aan. Het waren vertegenwoordigers van een aantal groepen die het stadhuis zouden binnengaan om daar de JAN-eisen te overhandigen. Om kwart voor zeven was het nog steeds rustig. Een paar jongeren zaten in een koffiehuis te wachten, enkele JAN-leden liepen zenuwachtig voor het stadhuis op en neer. De schatting die JAN had gemaakt was dat er tussen de 90 en 200 zouden komen.

En toen gebeurde het ineens… Van alle kanten stroomden binnen 10 minuten een paar honderd jongeren over de bruggen naar het stadhuis. Sommigen kwamen met auto’s met daarop spandoeken. Anderen kwamen in gesloten formaties zingend over de gracht aanzetten”.

Gejoel

Het was een geweldig gezicht. De straat voor het hek van het stadhuis was ineens helemaal vol. Er kon geen auto, geen fiets meer doorheen. Om zeven uur, ging de ploeg die de eisen zou aanbieden naar binnen. Er werd een wachtwoord genoemd aan het hek, toen pas ging er een klein deurtje open. De Gemeente was kennelijk bang voor een massale bestorming van het stadhuis. De mensen die buiten bleven werden wat onrustig. Er werd geroepen:”Rudy kom naar buiten”. De kreet daverde door de straat. Niet lang daarna kwam Rudy van der Velde ( de toenmalige wethouder Jeugdzaken) met ambtenaren, de ploeg jongeren en journalisten naar buiten. Een enorm gejoel steeg op”.

Hier blijven, eerst wat toezeggen…”

Met moeite baande de wethouder zich een weg door roepende jongeren naar een megafoon. Hij hield een korte toespraak. Althans dat was de bedoeling. Waar hij mee begon was om te zeggen dat hij het JAN-rapport heel goed vond. Het was een goede zaak, dat de jongeren op zo’n manier probeerden duidelijk te maken wat ze wilden. Maar…dat kostte allemaal heel veel geld. Hij had besloten een werkgroep van ambtenaren samen te stellen, die op het probleem in Noord zou gaan studeren. Binnen een paar maanden zou die werkgroep met een advies komen. Zo, dacht de wethouder en nu snel weer naar binnen. Dat had hij gedacht. Er waren talloze jongeren die het niet eens waren met zijn woorden en dat wilden vertellen. Achter de wethouder was een jongen komen te staan die een JAN-sticker op het kalende achterhoofd van de wethouder plakte, tot grote hilariteit van talloze jongeren die bij hem in de buurt stonden. Toen de wethouder naar binnen wilde, sloeg dezelfde jongen zijn armen om hem heen en bromde iets in de trant van: “Hier blijven, eerst iets toezeggen, dan pas mag je weg”.

Ik verveel me zo in Amsterdam Noord”

Rudy van de Velde moest blijven. Hij greep de megafoon weer en begin opnieuw te zeggen dat hij ontzettend zijn best zou doen, maar dat het allemaal niet persoonlijk van hem afhing. Een groot applaus, maar ook gejoel en tegenwerpingen waren de reactie. Vervolgens keerde iedereen terug naar Noord, waar een persconferentie zou worden gehouden en drie bands klaar stonden voor een optreden, waaronder de band Drukwerk van Harry Slinger die voor deze actie het nummer :”ik verveel me zo in Amsterdam Noord”had geschreven.

Landelijke aandacht

De volgende dagen besteedde alle landelijke kranten en diverse omroepen aandacht aan de JAN-actie. Uiteindelijk kwam na veel ambtelijk overleg in december 1979 een reactie van de gemeente. Het dagblad de Noord Amsterdammer kopte:” Geen geld en mogelijkheden voor jongeren in Noord”. Ogenschijnlijk had alle actie niets opgeleverd. Maar er was wel iets geleerd. De werkgroep JAN had zich niet laten verleiden om als vertegenwoordiger van de jongerengroepen op te treden. Wel was er veel informatie gegeven, maar voor overleg en onderhandeling over concrete projecten werd steeds verwezen naar de desbetreffende groepen.

Jongeren nemen het heft in handen

De tweede fase van de actie JAN was aangebroken. Jongerengroepen die het wachten op de overheid zat waren kwamen zelf in actie. Zij inspireerde weer andere groepen om ook aan de slag te gaan. Diverse groepen kraakten- vaak met hulp van volwassen buurtbewoners en professionals leegstaande panden om daar een jeugdvoorziening in te beginnen. Zij werden daarin gestimuleerd door het “Jongerenstrijdboek Amsterdam-Noord” dat in 1980 verscheen en verslag deed van wensen en acties van alle straat- en hanggroepen en tips gaf om voorzieningen in eigen beheer te nemen. Ontmoetings-, sportruimtes en sleutelwerkplaatsen, die door jongeren zelf gerund werden, ontstonden volgens een nieuw concept: zelfbeheer experimenten. Daarnaast kwam er een kraakdienst die veel leegstaande woningen voor jongerenhuisvesting heeft weten te verwerven.

Rivaliteit neemt af

Er waren echter meer successen: de extreme rivaliteit tussen jongerengroepen nam af. Er konden nu ook gemeenschappelijke activiteiten tussen buurten georganiseerd worden zoals een indoorvoetbalcompetitie. En wat bleek…in 1981 wezen statistieken uit dat het aantal meldingen van overlast en vandalisme in Amsterdam-Noord beduidend waren afgenomen. Jongeren,volwassenen, speeltuinen, jongerencentra, wijkcentra en onderzoekers hadden zich in een gezamenlijke actie overstegen en een nieuwe manier van werken ontdekt.

Misser

Achteraf was het een misser dat over werk van JAN nooit is gepubliceerd. De behoefte om buurten en wijken elders te inspireren ontbrak kennelijk nog. Wel werd de methode van zelfbeheer laten beschreven in de publicatie over Jongerenopbouwwerk, dat op basis van de werkpraktijk in Amsterdam-Noord werd ontwikkeld en landelijk breed is toegepast.1 De bezuinigingsgolf die in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd ingezet heeft grotendeels een eind gemaakt aan het netwerk dat jongeren, vrijwilligers en professionals samen hadden opgebouwd.

1 Noorda, Jaap, Redbad Veenbaas, Daan Vosskühler, Henk Westerhof, Moet is soms mijn bek houden, Vuga, Den Haag, 1981

Reacties

Reacties