Breukvlak

Breukvlak
Langs het breukvlak
van alles
dat ik niet blijkt te zijn
de kloof schier onoverbrugbaar
de overzijde
een oogverbindende verleidster
die zegt mij te kennen
ontdaan van franje
voorbij ruwe woorden
als het gaan van vingers
over een zachte huid
langs landschappen van weleer
verlaten steden
overwoekerde paden
waar eens we gingen
kinderen in het eerste morgenlicht
leidt ze mij
door een nieuwe wereld
waarin niet gesproken wordt
vernauwt zich de kloof
tot slechts een stap
als ze mij vraagt
bij haar te zijn